Toets hoofdstuk 7

Een geregistreerd partnerschap heeft altijd betrekking op een man en een vrouw.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Een geregistreerd partnerschap heeft altijd betrekking op een man en een vrouw.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quiz

Bij welke samenlevingsvorm verandert er op juridisch gebied niets.
A
Getrouwd in beperkte gemeenschap van goederen
B
Getrouwd onder huwelijkse voorwaarden
C
Geregistreerd partnerschap
D
Samenwonen zonder samenlevingscontract

Slide 2 - Quiz

Bij de ontbinding van een huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen moet altijd een notaris ingeschakeld worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Bij een scheiding van tafel en bed wordt de gemeenschap van goederen omgezet naar huwelijkse voorwaarden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Samenwoners met een samenlevingscontract die dit contract willen beëindigen en nog jonge kinderen hebben, moeten een ouderschapsplan opstellen en dit voorleggen aan een rechter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Bij onenigheid over de beëindiging van het geregistreerd partnerschap moet de rechter ingeschakeld worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Bloedverwanten hebben dezelfde voorouders.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Samenwoners met een samenlevingscontract hebben bij scheiding geen onderhoudsplicht ten opzichte van elkaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Hugo en Nancy zijn getrouwd in beperkte gemeenschap van goederen en hebben drie kinderen. Hoe wordt de erfenis verdeeld als Hugo komt te overlijden?
A
Nancy en de kinderen krijgen elke 1/4 deel van de erfenis.
B
Nancy krijgt de helft van de erfenis en de kinderen krijgen elk 1/6 deel van de bezittingen.
C
Nancy krijgt de helft van de erfenis en de kinderen krijgen elk 1/8 deel van de bezittingen.
D
Nancy en de kinderen krijgen elk 1/8 deel van de erfenis.

Slide 9 - Quiz

De vrijstelling bij een erfbelasting is afhankelijk van de relatie tot de overledene.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

De hoogte van het erfbelastingtarief is afhankelijk van de relatie tot de overledene en de hoogte van het bedrag van de erfenis.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Soms is het verstandig een erfenis beneficiair te aanvaarden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Met een testament kun je de kinderen geheel onterven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat hoort niet in onderstaand rijtje thuis?
A
Geregistreerd partnerschap
B
Trouwen in beperkte gemeenschap van goederen
C
Samenwonen met een notarieel samenlevingscontract
D
Trouwen onder huwelijkse voorwaarden

Slide 14 - Quiz

Sies en Hilbert gaan scheiden. Beiden hebben een goede baan. Sies verdient € 6.600 bruto per maand en Hilbert verdient € 27.600 bruto per maand. Kan Sies in deze situatie aanspraak maken op partneralimentatie?
A
Neen, want Sies heeft een goed inkomen en kan makkelijk in haar levensonderhoud voorzien.
B
Ja, want Sies heeft altijd in relatief grote welvaart geleefd en valt nu met haar inkomen hierin sterk terug.

Slide 15 - Quiz

Bij het overlijden van Herman Kuipers moet de erfenis verdeeld worden over zijn vrouw Joke, zijn zoon Hans en de kleinkinderen Lucas en Moniek van zijn overleden dochter. De erfenis gaat om een totaal vermogen van € 600.000,-. Bereken het erfdeel van Lucas.
A
€50.000
B
€75.000
C
€100.000
D
Niets

Slide 16 - Quiz

Door het opstellen van een testament kan een man zijn vrouw onterven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Vader Gerrit heeft voor zijn dochter van 22 jaar een auto gekocht van € 34.699,-. Hier is sprake van een schenking en dus moet dochterlief hiervan aangifte doen bij de belastingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Met beneficiair aanvaarden kan een erfgenaam voorkomen dat hij aansprakelijk wordt voor de schulden van de erflater.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Gert en Hermien zijn met elkaar in beperkte gemeenschap van goederen getrouwd. Karel is het enige kind van Gert en Hermien. Als Gert komt te overlijden, blijkt uit het testament dat hij heeft laten opstellen, dat hij zijn hele vermogen nalaat aan het Diabetes Fonds. Welke bewering met betrekking tot het testament is juist?
A
Het testament is nietig omdat Gert niets aan zijn zoon nalaat.
B
Het testament is nietig omdat Gert niets aan Hermien nalaat.
C
Het testament is geldig, maar Karel heeft recht op ¼ deel van de nalatenschap van Gert.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive