Thuis3
1 / 20
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Vidéo
Welke uitspraken uit het fimpje vind jij herkenbaar?
Slide 4 - Question ouverte
Ik doe altijd meteen de deur open wanneer de bel gaat.
Ja
soms
nooit
Slide 5 - Sondage
Wanneer er onverwacht visite voor de deur staat dan...
Maak ik direct alle tijd en bied eten en drinken aan.
Laat ik even binnen, maar zeg dat ik weinig tijd heb.
Ik stuur de visite weg.
Er staat nooit onverwacht visite voor de deur.
Slide 6 - Sondage
Wanneer er een vriend of vriendin thuis komt dan...
Bied ik alleen drinken aan.
Haal ik alles uit kast voor mijn vriend of vriendin
Haal ik alles uit de kast en ik sta erop dat mijn vriend of vriendin mee eet.
Slide 7 - Sondage
Bij ons thuis nodigen we regelmatig gezellige mensen uit.
Nooit
Soms
Vaak
Slide 8 - Sondage
Bij ons thuis nodigen we bewust mensen uit die het moeilijk hebben.
Nooit
soms
Vaak
Slide 9 - Sondage
Als iemand bij mij langs komt vind ik het belangrijk om samen te kletsen of iets gezelligs te doen.
Ja, heel belangrijk
Niet zo belangrijk, ieder doet zijn eigen ding.
Slide 10 - Sondage
Dit is de Gulden Regel:
Slide 11 - Question ouverte
Welke Bijbelse leefregel vind jij het meest belangrijk?
De laatste dag van de week moet je uitrusten.
Je mag niet doodslaan.
Eer je vader en je moeder.
Ik vind ze alle drie even belangrijk.
Slide 12 - Sondage
Welke Bijbelse leefregel vind jij het meest belangrijk?
Je mag niet stelen.
Je mag niet liegen.
Je mag niet iets van een ander willen hebben.
Ik vind ze alle drie even belangrijk.
Slide 13 - Sondage
Gastvrij zijn betekent voor mij.....
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Diapositive
Schrijf de Gulden Regel in de vorm van gastvrij zijn.
Slide 16 - Question ouverte
Welke van de 7 daden van barmhartigheid zie je hier?
A
De hongerige te eten geven.
B
De dorstige te drinken geven.
C
De vreemdelingen ontvangen.
D
De zieken bezoeken.
Slide 17 - Quiz
Welke van de 7 daden van barmhartigheid zie je hier?
A
De naakten kleden.
B
De gevangen bezoeken.
C
De zieken bezoeken.
D
De doden begraven.
