Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Nederlands les 1
lokaal 212 - handvaardigheidlokaal
grote tafels -
samen aan een tafel
handvaardigheidmateriaal daar blijven wij vanaf
Nederlands les 2
lokaal 123 eind van de gang
lokaal Nederlands
groepjes - ieder heeft een eigen tafel
Slide 1 - Diapositive
Kijken & luisteren H3
Zoekend kijken en luisteren
Slide 2 - Diapositive
Een vriend of vriendin is jarig en je wilt als verrassing een taart bakken. Je hebt geen idee wat voor taart en je gaat zoeken op internet. Welke zoekwoorden (2 of 3) zou je intikken?
Slide 3 - Question ouverte
Je komt op een leuke site met recepten terecht. Lees je alle tekst op de site?
Ja
Nee
Slide 4 - Sondage
Je vindt ook links naar filmpjes over taarten maken. Kijk je alle filmpjes helemaal?
Ja!
Nee!
Slide 5 - Sondage
Overleg met jouw groepje
In de situatie hieronder kijk of luister je zoekend. Op welke informatie wacht je?
1. Op de sportdag wordt omgeroepen welke teams door zijn naar de volgende ronde.
Ik wacht tot ik .... hoor.
Slide 6 - Diapositive
Overleg met jouw groepje
In de situatie hieronder kijk of luister je zoekend. Op welke informatie wacht je?
2. Je wilt leren hoe je met je skateboard een salto kunt maken. Je bekijkt op internet een informatiefilmpje over skateboarden.
Ik wacht tot ik ... zie.
Slide 7 - Diapositive
Je kijkt naar een aflevering van je favoriete comedyserie op televisie.
A
In deze situatie moet ik WEL zoekend kijken en/of luisteren.
B
In deze situatie moet ik NIET zoekend kijken en/of luisteren.
Slide 8 - Quiz
Je bent op het station en er worden vertragingen omgeroepen.
A
In deze situatie moet ik WEL zoekend kijken en/of luisteren.
B
In deze situatie moet ik NIET zoekend kijken en/of luisteren.
Slide 9 - Quiz
Je zet de radio aan, want een vriend wordt tussen 16:00 en 17:00 uur kort geïnterviewd over zijn favoriete band.
A
In deze situatie moet ik WEL zoekend kijken en/of luisteren.
B
In deze situatie moet ik NIET zoekend kijken en/of luisteren.
Slide 10 - Quiz
Je doet auditie voor een talentenjacht op televisie en iemand roept om hoe laat iedereen aan de beurt is.
A
In deze situatie moet ik WEL zoekend kijken en/of luisteren.
B
In deze situatie moet ik NIET zoekend kijken en/of luisteren.
Slide 11 - Quiz
Je zit in de klas en de docent vertelt wat je moet leren voor de toets van vrijdag.
A
In deze situatie moet ik WEL zoekend kijken en/of luisteren.
B
In deze situatie moet ik NIET zoekend kijken en/of luisteren.