2.4 Verzekeren, hoezo?


§ 2.4 Verzekeren, hoezo?
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


§ 2.4 Verzekeren, hoezo?

Slide 1 - Diapositive

Planning

Slide 2 - Diapositive

Les planning
  1. Lesdoelen
  2. Terug kijken vorige les
  3. Uitleg met interactie 
  4. Zelf aan de slag

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • Waarom je een verzekering af kunt sluiten
  • Wat een polis is
  • Wat premie is
  • Wat een eigen risico is

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je nog van
2.3 Waarom zou je lenen?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

De hoogte van de premie hangt af van…
A
Hoe duur datgene is dat je verzekert
B
Het risico dat de verzekeraar loopt
C
Beide antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quiz

Jouw huis verzeker je met een…
A
Inboedelverzekering
B
Opstalverzekering
C
AVP
D
Cascoverzekering

Slide 8 - Quiz

Wat verzeker je met een cascoverzekering?
A
De schade aan jouw eigen voertuig als het ongeluk niet jouw schuld is
B
De schade aan jouw eigen voertuig als het ongeluk jouw schuld is
C
De schade aan het andere voertuig als het ongeluk niet jouw schuld is
D
De schade aan het andere voertuig als het ongeluk jouw schuld is

Slide 9 - Quiz

Je fietst per ongeluk tegen een geparkeerde auto aan. Door jouw schuld zit er nu een hele dikke kras op de bumper.
Welke verzekering moet je hiervoor aanspreken?

A
Opstal
B
AVP
C
Casco
D
W.A.

Slide 10 - Quiz

De premie van een W.A. verzekering wordt bepaald aan de hand van…
A
De kleur van jouw auto
B
De nieuwwaarde van jouw auto
C
De dagwaarde van jouw auto
D
Het gewicht van jouw auto

Slide 11 - Quiz

Uitleg laatste vraag

Een W.A. verzekering dekt de schade aan
anderen. Hoe grotere auto jij hebt, hoe meer schade je kunt maken. Daarom wordt
de premie bepaald aan de hand van het gewicht van jouw auto.

Slide 12 - Diapositive

Wat is een verzekering?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe werkt een verzekering?

Slide 14 - Diapositive

Vrijwillig

  • reisverzekering
  • inboedelverzekering
  • fietsverzekering

Verplicht

  • zorgverzekering
  • WA-verzekering voor een brommer, scooter of auto.

Slide 15 - Diapositive

Waarom sluit je een verzekering af?
Kans op schade
Je wil, wanneer de schade ontstaat, niet de kosten zelf betalen.

Slide 16 - Diapositive

Premie?
Polis?

Slide 17 - Diapositive

Polis en Premie
  • Als bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten, ontvang je een polis. Daarin staat wat je verzekerd hebt en hoe hoog de premie is. Ook krijg je een bijlage met uitleg over de verzekering, de polisvoorwaarden.
  • De premie is het bedrag dat je voor de verzekering moet betalen. Hoe meer risico, des te hoger de premie.

Slide 18 - Diapositive

Milan heeft een nieuwe fiets van € 675. Hij verzekert zijn fiets tegen diefstal en beschadiging voor vijf jaar. Hoeveel premie betaal je?

Slide 19 - Diapositive

Milan heeft een nieuwe fiets van € 675. Hij verzekert zijn fiets tegen diefstal en beschadiging voor vijf jaar. Hoeveel premie betaal je?

Slide 20 - Question ouverte

Eigen risico
Dat betekent dat je een deel van de schade zelf moet betalen.

Waarom?

Slide 21 - Diapositive

Eigen risico
Soms moet je een deel van de schade zelf betalen. Dat is het eigen risico.
Met een eigen risico hoeft de verzekeringsmaatschappij minder te vergoeden. Daarom hoef je dan minder premie te betalen.

Slide 22 - Diapositive

Je rijdt met je scooter tegen een geparkeerde auto aan. De schade aan je scooter is € 500 en aan de auto € 750.

Je hebt een eigen risico van € 150 voor schade aan je eigen voertuig.

Hoeveel schadevergoeding betaalt de verzekering? Schrijf je berekening op.

Slide 23 - Question ouverte

Weet jij waarom je een verzekering af kunt sluiten
Ja
Nee
Ik wil hier meer over weten

Slide 24 - Sondage

Weet jij wat een polis is



Ja
Nee
Ik wil hier meer over weten

Slide 25 - Sondage

Wat is een Polis?

Slide 26 - Question ouverte

Wandel – Wissel uit
1. Verspreid je onafhankelijk door het lokaal.
2. Als ik ‘Sta stil!’ roep, dan stopt iedereen.
3. Je vormt een duo met degene die het dichtst bij je staat.
4. Je wisselt jou antwoord op de vraag uit. 
5. Hebben jullie je antwoord uitgewisseld dan ga je weer lopen tot ik ‘Sta stil!’ roep.

Slide 27 - Diapositive

Weet jij wat premie is

Ja
Nee
Ik wil hier meer over weten

Slide 28 - Sondage

Weet jij wat een eigen risico is



Ja
Nee
Ik wil hier meer over weten

Slide 29 - Sondage

Aan de slag!
§ 2.4 Verzekeren, hoezo? - portaal
2.3 Procenten meer of minder - rekenboekje

Slide 30 - Diapositive