3.1 Cultuur 2425

3.1 Cultuur 2425
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

3.1 Cultuur 2425

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat cultuur is en welke moeilijkheden deze met zich meebrengt.
Belangrijke begrippen daarbij zijn:


Dominante cultuur, subcultuur, aangeboren, aangeleerd.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Cultuur

Alle normen, waarden en gewoonten 
die mensen samen in een bepaalde groep 
of samenleving met elkaar delen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Dominante cultuur
Dominante cultuur
De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land

Bijvoorbeeld: Wat is typisch Nederlands
  • de intocht van Sinterklaas 
  • 's avonds rond zes uur warm eten
  • Vrijheid van meningsuiting
  • sofdrugsbeleid
  • Koningsdag
  • Gay-Pride etc.

Slide 7 - Diapositive

Dominante cultuur
Dominante cultuur
De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land

Basiswaarden van de dominante cultuur:
  • Vrijheid
  • Gelijkwaardigheid
  • Solidariteit

Slide 8 - Diapositive

Subculturen
Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep binnen de samenleving, bijvoorbeeld door: muzieksmaak, land van herkomst, regio, werk of geloof

  • Je gedraagt je volgens de normen, waarden en gewoonten van deze groep
  • Je hoort meestal niet bij één subcultuur, maar bij de voetbalclub, deze school, groep gamers etc. 

Slide 9 - Diapositive

Soorten subculturen
  • geloof  > Joden, moslims, protestanten, katholieken
  • muziek > Dance, hardrock, singer-songwriter
  • werk >  mensen uit de zorg, het onderwijs, de bouw etc
  • politieke voorkeur > socialisten, liberalen, christendemocraten
  • woonplaats > Amsterdammers en Friezen 
  • land van herkomst
  • Dieet > vegetariërs, veganisten etc 

Slide 10 - Diapositive


Ethnische subculturen


Deze subculturen zijn gebaseerd op land van herkomst, zoals: 
Turken, Surinamers, Antilianen, Marokkanen,  Iraniërs.
Vaak houden mensen tradities uit het land van herkomst in ere. 

Slide 11 - Diapositive

Culturen verschillen
  • Per groep (Hiphoppers gedragen zich anders dan Jehova's)
  • Per plaats (Boeren en smakken bij het eten is in China heel beleefd, hier niet) 
  • In tijd (Vroeger was seks voor het huwelijk echt not done, of zoals op de afbeelding was badkleding aan strenge regels gebonden)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo





Aangeboren of aangeleerd?

Slide 14 - Diapositive

Aangeboren kenmerken
Bijvoorbeeld:

  • Talent

  • Verlegenheid

  • ADHD

Slide 15 - Diapositive

Aangeleerde kenmerken
Bijvoorbeeld:

  • Je eet met mes en vork.

  • Je komt op tijd in de les.

  • Je hebt respect voor anderen

Slide 16 - Diapositive

Sleep het kenmerk naar nature of nurture.
Nature
Nurture
Haarkleur
Met bestek eten
Gluten-
allergie
Lengte
Kunnen schrijven

Slide 17 - Question de remorquage

Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd.
Je ... is vooral aangeleerd.

Welk woord of welke woorden kun je hier invullen?
A
muzieksmaak
B
technisch inzicht
C
taalgevoel
D
voetbaltalent

Slide 18 - Quiz

Voor veel Nederlanders is het moeilijk om Chinees te leren spreken, omdat:
A
taal een aangeboren eigenschap is.
B
Chinees veel moeilijker is dan bijvoorbeeld Japans of Arabisch.
C
zij niet opgevoed zijn met de Chinese taal.
D
je een taal vooral onbewust aanleert.

Slide 19 - Quiz

Welk gedrag van de mens is aangeboren?
A
Mensen durven niet naakt over straat te lopen, ook al is het heel erg warm.
B
Een baby huilt, want hij heeft een vieze luier.
C
Een meisje huilt, omdat ze niet met de jongens mee mag voetballen
D
Een jongen krijgt tranen in zijn ogen als hij hoort dat hij een onvoldoende heeft.

Slide 20 - Quiz

Omgeving en cultuur
  • Je leert van je directe omgeving: familie of school. 

  • Maar je leert ook alle regels en gebruiken van maatschappij waartoe je hoort

  • Je gaat je gedragen naar deze cultuur

Slide 21 - Diapositive

Eten...
Nederlandse cultuur 
Turkse cultuur 
Indonesische cultuur 
Surinaamse cultuur 
Japanse cultuur 
Engelse cultuur 

Slide 22 - Question de remorquage

Dominante cultuur
Subcultuur

Slide 23 - Question de remorquage

Kerst, Koningsdag, Bevrijdingsdag, drop en haring behoren tot de:
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
C
Pluriforme samenleving

Slide 24 - Quiz

Aan de slag:
Vanaf WB blz. 54:
2, 4, 6, 8, 9, 10, 12, 13

Slide 25 - Diapositive