Tekstverbanden en Signaalwoorden

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive



Tekstverbanden en sigaalwoorden

Slide 2 - Diapositive

tekstverband

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
tijd
C
conclusie
D
volgorde

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
volgorde
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Hoe heet dit tekstverband?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Als ik naar school ga moet ik eerst met de fiets, daarna met de trein en vervolgens nog een stuk lopen

Slide 11 - Diapositive

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
volgorde
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 12 - Quiz

Volgorde
  • eerst
  • dan
  • daarna
  • vervolgens
  • ten slotte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

tijd

  • terwijl
  • voordat
  • nadat
  • alvast
  • tijdens

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

reden of argument
  • omdat 
  • want
  • daarom
  • vanwege
  • immers
  • namelijk

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Je ziet zo een aantal zinnen.

Geef eerst aan wat de signaalwoorden zijn.
In elke zin staat een signaalwoord.

Succes!

Slide 21 - Diapositive

In de eerste plaats ben ik een verzamelaar van schilderijen van Mondriaan.
Wat is het signaalwoord?

Slide 22 - Question ouverte

Welk tekstverband is dit?

Slide 23 - Question ouverte

In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.
Wat is het signaalwoord?

Slide 24 - Question ouverte

Welk tekstverband is dit?

Slide 25 - Question ouverte

Het sneeuwde al enige dagen hevig waardoor de skipistes gesloten werden.
Wat is het signaalwoord?

Slide 26 - Question ouverte

Welk tekstverband is dit?

Slide 27 - Question ouverte

Voordat ze het vliegtuig mochten betreden werden de paspoorten gecontroleerd.
Wat is het signaalwoord?

Slide 28 - Question ouverte

Welk tekstverband is dit?

Slide 29 - Question ouverte

Vervolgens werden de passagiers naar hun plaats gebracht door de stewardess.
Wat is het signaalwoord?

Slide 30 - Question ouverte


Welk tekstverband is dit?

Slide 31 - Question ouverte