14. RM1A 18-10-2024 (onderwerp van een tekst)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, mavo
• Leerjaar 1

Welkom!

Pak je spullen uit je tas en leg alles op de hoek van je tafel.

Je hebt nodig vandaag:

• Leesboek
• Leerboek en A-4 schrift
• Chromebook 

SPEEDDATE

voor de klas

Leerdoelen

- Je kan het onderwerp van een tekst bepalen

- Je weet wat oriënterend lezen is

- Je kan een podcast over een onderwerp maken

ONDERWERP VAN EEN TEKST

Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Het onderwerp geeft antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Je kunt het onderwerp in één of een paar woorden zeggen, bijvoorbeeld: tennis, sociale media of verhuizen naar het buitenland.

ONDERWERP VAN EEN TEKST

Als je al weet wat het onderwerp van een tekst is, dan begrijp je de tekst beter als je hem helemaal gaat lezen. 

Als je het onderwerp van een tekst wilt weten, is het niet nodig om de tekst helemaal te lezen. Je leest de tekst alleen oriënterend.

ORIËNTEREND LEZEN

1 Bekijk de tekst:

Lees de titel.

Kijk naar de afbeeldingen (illustraties) bij de tekst.

Lees de titels die boven tekstgedeeltes staan. Die titels noem je tussenkopjes.

Kijk of er woorden zijn die anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, GROOT of gekleurd.

Let op woorden die vaker gebruikt worden.

2 Lees het eerste stukje van de tekst (de inleiding):
Vaak is dat één alinea, soms zijn het er twee. Soms is het eerste stukje vetgedrukt. Hier vind je vaak het onderwerp al in een paar woorden.

ONDERWERP VAN FRAGMENT

Ook kijk- en luisterfragmenten hebben een onderwerp. 

Bij een kijk- of luisterfragment hoor je vaak in de inleiding (het begin) wat het onderwerp van het fragment is.

ONDERWERP VAN FRAGMENT

• Let op de titel van het programma of het filmpje.
• Luister goed naar de inleiding van het programma of filmpje.
  
• Let op woorden die vaker gebruikt worden.
• Geef antwoord op de vraag: waarover gaat dit programma of filmpje?

• Ga in Peppels naar de module M1 Lezen periode 1 - 2
  Het onderwerp van een tekst
  
  
• Maak de opdrachten in de juiste volgorde

(SAMEN) AAN DE SLAG

HUISWERK

Leesboek meenemen.

Maak opdracht 2 op bladzijde 17.

Evaluatie les

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!