Klas 2 Herhaling grammatica zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herhaling grammatica zinsdelen

Welkom! Pak je pen en schrift! 

lesdoelen

- Ik kan een zin opdelen in zinsdelen.

- Ik kan de zinsdelen benoemen.

Programma

• Vorige les
• Theorie zinsdelen
• Oefenen (klassikaal)
• Werken aan werkdoelen
• Afsluiting

Programma

Vorige les

Vooral lastig:

• Lijdend voorwerp
• Meewerken voorwerp
• Bijwoordelijke bepaling

Daarom: even opfrissen! (Ook wat de meesten al wel weten).

Theorie zinsdelen

Schrijf mee!

Persoonsvorm:

• Getal (enkelvoud/meervoud), veranderen tijd, vragend maken

Zinsdelen:

• Welke delen kan je voor de pv zetten? 

Theorie zinsdelen

Onderwerp:

• Stel de vraag: Wie of wat + pv
  

Werkwoordelijk gezegde:

• pv + alle andere werkwoorden in de zin (als die er zijn)

Theorie zinsdelen

Lijdend voorwerp:

• Wie of wat + gezegde + onderwerp

Meewerkend voorwerp:

• Aan wie of voor wie + gezegde + onderwerp + het eventuele lijdend voowerp 

Theorie zinsdelen

Bijwoordelijke bepaling:

• Geeft vaak antwoord op de vragen als:
  Hoe, hoelang, hoever, waar, waardoor, waarheen, waarom, waarover, waarvandaan, wanneer?

Let op!

Niet in alle zinnen hebben een bijw. bep. voor, maar een zin kan ook meerdere bijw.bep. bevatten. 

Even oefenen

In de volgende dia's kan je even oefenen met de theorie. 

Persoonsvorm

Zinsdelen

Onderwerp 

Werkwoordelijk gezegde 

Lijdend voorwerp 

Meewerkend voorwerp 

Bijwoordelijke bepaling

De zin van tijd veranderen. 

Verdeel de zin in zinsdelen. Alles wat voor de pv staat, is één zinsdeel. 

Wie of wat + pv = ? 

Alle werkwoorden uit de zin. Incl. PV. 

Aan wie of voor wie + wg + ow + lv?

Alles wat je nog niet hebt benoemd

Wie of wat + wg + o 

Juist of onjuist?
Het dikgedrukte woord is de pv.

Wie heeft dat programma gezien? 

1. Juist
2. Onjuist

Wie speelt de hoofdrol in die film? 

1. Wie=pv
2. Speelt=pv
3. Hoofdrol=pv
4. Film=pv

Juist of onjuist?
Het onderwerp is dikgedrukt.

Ik ben met de hond naar het bos geweest. 

1. Juist
2. Onjuist

In Noorwegen heeft hij een studie gedaan. 

1. Heeft= wg
2. Heeft gedaan= wg
3. Heeft hij gedaan=wg
4. gedaan= wg

Zoek het lijdend voorwerp
Je houdt de volgorde van het stappenplan aan, ook bij het geven van antwoord. Begin bij de PV, O, WG, LV.

Hij kocht een roodgestreepte helm. 

Zoek het lijdend voorwerp.
Je houdt de volgorde van het stappenplan aan, ook bij het geven van antwoord. Begin bij de PV, O, WG, LV.

Voor komend weekend heeft de weerman een orkaan voorspeld. 

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin:

Gisteren heeft Tom aan zijn oma een bos bloemen gegeven

1. Tom
2. aan zijn oma
3. een bos bloemen
4. heeft

Wat is de bijwoordelijke bepaling in deze zin:

Mijn buurvrouw wordt volgend jaar de nieuwe directeur van de school.

1. volgend jaar
2. Mijn buurvrouw
3. wordt
4. de nieuwe directeur van de school.

Zoek nu ook het meewerkend voorwerp.
Je houdt de volgorde van het stappenplan aan, ook bij het geven van antwoord. Begin bij de PV, O, WG, LV en MV.

De leraar heeft hem een onvoldoende gegeven. 

Maken:  werkdoelen

Cursus 5 grammatica

paragraaf 1: maken opdr. 1 t/m 9

Let op! Het werkpad voor deze week (week 45) staat er niet in! Ga via de methode naar de te maken opdrachten.

Afsluiting

Lesdoelen:

- Ik kan een zin opdelen in zinsdelen.

- Ik kan de zinsdelen benoemen.

Vragen?