3M_ Alles wordt duurder_1.4

Hd 1 Hoe groot is jouw welvaart?


  1. 4 Alles wordt duurder - les 1
Lesdoelen:
  • wat koopkracht is en waardoor je koopkracht verandert
  • wat inflatie is en wat de gevolgen ervan zijn

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Hd 1 Hoe groot is jouw welvaart?


  1. 4 Alles wordt duurder - les 1
Lesdoelen:
  • wat koopkracht is en waardoor je koopkracht verandert
  • wat inflatie is en wat de gevolgen ervan zijn

Slide 1 - Diapositive

Koopkracht
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Koopkracht
Koopkracht: is de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.

Koopkracht wordt door 2 factoren beinvloed:
  1. de stijging of daling van je inkomen:
  2.  de stijging (= inflatie) of daling (=deflatie) van de prijzen

Slide 4 - Diapositive

Formule koopkracht
Koopkracht berekening:
De procentuele verandering van het inkomen - de procentuele verandering van de prijzen.

Toelichting:
  • als inkomen meer stijgt dan de prijzen stijgen neemt je koopkracht toe.
  • als je inkomen minder stijgt dan de prijzen neemt je koopkracht af.

Slide 5 - Diapositive

Koopkracht blz 24 boek

Slide 6 - Diapositive

Als je inkomen gelijk blijft, daalt of stijgt door deflatie je koopkracht.

A
daalt
B
stijgt

Slide 7 - Quiz

CBS: … stijgt voor derde maand op rij
In maart was de prijsstijging voor consumenten nog 0,4 procent. De prijzen zijn vanaf februari iedere maand 0,2 procentpunt meer toegenomen. Dit maakt het CBS vandaag bekend.
Welk woord ontbreekt in de titel van dit krantenbericht: inflatie of deflatie?


A
Inflatie
B
Deflatie

Slide 8 - Quiz

Griekse … houdt aan
Het leven in Griekenland was vorige maand opnieuw aanzienlijk goedkoper dan een jaar eerder. Dat blijkt uit cijfers die het Griekse statistiekbureau vrijdag heeft gepubliceerd.

Welk woord ontbreekt in de titel van dit krantenbericht: inflatie of deflatie?

A
inflatie
B
deflatie

Slide 9 - Quiz

Is er sprake van inflatie of deflatie?

A
inflatie
B
deflatie

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Zelf aan de slag

  • Lees paragraaf 1.4 vanaf begin en maak opgave 35 t/m 40

Slide 12 - Diapositive

Indexcijfers waarom?
  • Veranderingen kun je makkelijk vergelijken met indexcijfers.
  • Een indexcijfer laat een procentuele verandering zien ten opzichte van een bepaalde periode. 
  • Die afgesproken periode heet het basisjaar. De gegevens van het basisjaar krijgen altijd het indexcijfer 100.
  • Indexcijfers is GEEN percentage (dus geen % erachter)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

2015 is het basisjaar. In 2018 zijn de lonen met 8% gestegen ten opzichte van 2015. Wat is het indexcijfer in 2015? Wat is het indexcijfer in 2018?

Slide 15 - Question ouverte

2015 is het basisjaar. In 2018 zijn de lonen met 6% gestegen ten opzichte van 2015. In 2018 is het indexcijfer van de prijzen 104.
Wat is in 2018 het indexcijfer van de lonen?
Is in 2018 de koopkracht gestegen of gedaald?
Met hoeveel procent?

Slide 16 - Question ouverte

Uitleg vorige vraag
2015 is het basisjaar. In 2018 zijn de lonen met 6% gestegen ten opzichte van 2015. In 2018 is het indexcijfer van de prijzen 104.

  • Wat is in 2018 het indexcijfer van de lonen?
In 2018 is het indexcijfer van de lonen 106.
  • Is in 2018 de koopkracht gestegen of gedaald?
Gestegen want 106-104= 2 
  • Met hoeveel procent?
In 2018 is de stijging van de koopkracht 2%.


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Zelf aan de slag
  • Lees paragraaf 1.4 vanaf 23 onderaan (uitleg indexcijfers)
  • Maak opgave 41 t/m 46

Klaar:
  • maak samenvatting par 1.4 blz 25

Slide 23 - Diapositive