Laatste les; herhaling H7

Hoofdstuk 7
Herhaling + belangrijke punten

= theorie over dit onderwerp
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7
Herhaling + belangrijke punten

= theorie over dit onderwerp

Slide 1 - Diapositive

De V.S.
Je kent de belangrijkste landschappen in de VS

Je kan een jong gebergte van een oud gebergte onderscheiden
Vind je in: paragraaf 1

Slide 2 - Diapositive

Je kent het effect van die landschappen op klimaat:

Ligt het bij gebergte, aan zee, hoog of laag?
Vind je in: paragraaf 1

Slide 3 - Diapositive

En je kent dus ook:
De 5 temperatuurfactoren

Je kan van een gebied aangeven welke factoren daar invloed hebben op de temperatuur
Vind je in: B37 en B43

Slide 4 - Diapositive

Je weet wat het verschil is tussen hoge en lage druk

Je weet dat de kans op neerslag in een lagedrukgebied hoger is dan bij hoge druk
Vind je in: B55

Slide 5 - Diapositive


Je weet welke klimaten van Köppen voorkomen in de V.S. 
Vind je in: B64

Slide 6 - Diapositive

Je kan uitleggen hoe orkanen en tornado’s ontstaan

Je begrijpt waarom deze wel in de VS voorkomen en niet bij ons
Vind je in: paragraaf 2, B57 en B59

Slide 7 - Diapositive

Wat is een orkaan?
  • zware tropische storm
  • windkracht > 12 Bft = tot 250 km\u
  • Amerikaanse naam = hurricane


Slide 8 - Diapositive

Wat is een orkaan?
Orkaan (of tyfoon): zware storm die ontstaat boven zeewater dat minimaal 27 graden warm is

Slide 9 - Diapositive

Wind draait tegen de klok in, linksom
500-1500 km groot 
Lagedrukgebied
Oog van de orkaan: windstil en de luchtdruk is hier het laagst.
Vlakbij het oog: hardste wind en meeste regen.
Een orkaan ontstaat altijd boven zee als het water tenminste 26,5°C is.

Slide 10 - Diapositive

Gevolgen van de orkaan
Drie kenmerken die er samen toe kunnen leiden dat er veel slachtoffers vallen en dat er veel schade ontstaat.

- Harde wind (bomen/huizen waaien weg)
- Veel regen (overstromingen)
- Hoge golven (overstromingen)
- veel schade aan huizen/infrastructuur
Als er veel regen valt in een heuvelachtig gebied is er kans op aardverschuivingen.

Slide 11 - Diapositive

Tornado's

Slide 12 - Diapositive

Tornado + hoe ontstaat een tornado?
  • wervelwind
  • botsing zeer warme met koude lucht
  • hete lucht stijgt snel op
  • aan de grond een L -> lucht stroomt hier naartoe (H naar L) -> lucht gaat draaien
  • onweer!
  • harde regen, hagel
  • slurf raakt grond en neemt alles mee

Slide 13 - Diapositive

Tornado's
Duren een half uur
Tot 100m doorsnede
Topsnelheid 450km/pu
Tussen april en oktober
Bij botsingen koude en warme lucht

Slide 14 - Diapositive

Tussen de Rocky Mountains en de Apalachen komen tornado’s voor 
Koude lucht uit het noorden botst tegen de wame lucht uit het zuiden
Wanneer? Einde winter, begin lente

Slide 15 - Diapositive

En wat zijn de verschillen tussen tornado's en orkanen?

Slide 16 - Diapositive

Juist of onjuist: In de Verenigde Staten komen orkanen en tornado's gedurende het hele jaar voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Juist of onjuist: Een tropische orkaan wordt in de Verenigde
Staten een hurricane genoemd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Een orkaan ontstaat boven land
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

  • Speeddate 
  • Je tafel een kwartslag naar elkaar toe draaien.
  • In tweetallen ga je speeddaten
  • Persoon 1 kiest  begrip uit de lijst. Gaat deze uitleggen zonder het begrip te noemen. De ander moet het begrip raden. Pas wanneer het begrip wordt geraden kan je wisselen (persoon 2 gaat dan het begrip omschrijven. Persoon 1 gaat dan raden).
  • schuif tafel op naar links, alleen nummer 1
  • Vragen?
  • Aan de slag!







timer
20:00

Slide 20 - Diapositive

Wat gebeurt er wanneer een orkaan aan land komt?
A
de orkaan neemt in kracht toe
B
de orkaan verdwijnt direct
C
de orkaan zwakt af
D
de orkaan keert weer om richting zee

Slide 21 - Quiz

Een orkaan duurt
A
een paar minuten
B
een paar dagen

Slide 22 - Quiz