Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen
- je weet wat een feit is
- je weet wat een mening is
- je weet wat een argument is
- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is
- Een feit kan je controleren
Voorbeeld van een feit:
De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.
Je kunt controleren of dit waar is door in de krant te kijken of het op internet op te zoeken.
- Wat iemand ergens van vindt
- Het is niet controleerbaar
-Je kunt het eens of oneens zijn
Voorbeeld van een mening:
Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.
- Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
- Je herkent een agument aan signaalwoorden als:
want, namelijk, omdat
Voorbeeld van een argument:
Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.