Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
3.4 Uitscheiding
Slide 1 - Diapositive
Herhaling 3.1
Functie bloedplasma:
Vervoeren van (een klein beetje) zuurstof, voedingsstoffen, antistoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen.
Functie rode bloedcellen:
Vervoeren van zuurstof.
Functie witte bloedcellen:
Afweer tegen ziekteverwekkers, bijvoorbeeld door bacteriën in te sluiten.
Functie bloedplaatjes:
Bloedstolling.
Slide 2 - Diapositive
Er zijn mensen die extra vitaminen slikken om een betere afweer tegen ziekteverwekkers te krijgen. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met afweer?
A
Witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
Slide 3 - Quiz
Herhaling 3.2
Kleine bloedsomloop:
Hart - longen - hart
Functie: zuurstof opnemen in het bloed en koolstofdioxide afgeven aan de lucht.
Grote bloedsomloop:
Hart - rest van het lichaam - hart
Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed
Slide 4 - Diapositive
Herhaling 3.3
Onderste en bovenste holle ader
Rechterboezem
Rechterhartkleppen
Rechterkamer
Halvemaanvormige kleppen
Longslagaders
Longen
Longaders
Linkerboezem
Linkerhartkleppen
Linkerkamer
Halvemaanvormige kleppen
Aorta
Organen in de rest van het lichaam
Slide 5 - Diapositive
Grote bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
1. Rechterkamer
2.
3.
4.
5.
6. Linkerkamer
7.
8.
9.
10.
Linkerboezem
Longaders
Organen
Longen
Aorta
Longslagaders
Rechterboezem
Holle aders
Slide 6 - Question de remorquage
3.4 Uitscheiding
Leerdoelen:
Ik kan de delen van de nieren en urinewegen noemen.
Ik kan de kenmerken en functies van de nieren en urinewegen benoemen.
Slide 7 - Diapositive
Nieren en urinewegen
Uitscheiding vindt plaats in speciale organen. Koolstofdioxide wordt door de longen uitgescheiden. De meeste andere afvalstoffen worden door de nieren uitgescheiden.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
De juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren
Slide 10 - Quiz
Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas.