Rijksmuseum

De Gouden Eeuw in het Rijksmuseum
verwerkingsles
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Gouden Eeuw in het Rijksmuseum
verwerkingsles

Slide 1 - Diapositive

Bezoek Rijksmuseum
Helaas kan ons bezoek aan het Rijksmuseum niet doorgaan.

Wel kunnen we jullie op een soort "virtuele" tour meenemen door deze LessonUp. Zo zien we toch nog alle dingen die we normaal gesproken in het Rijksmuseum zouden zien!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

We gaan beginnen met de les.
Vul hier de tijd in waarop je begint:

Slide 4 - Question ouverte

Nederland was in de 17e eeuw vaak in oorlog met verschillende landen. De langste en zwaarste oorlog was die tegen Spanje. Deze duurde maar liefst 80 jaar!
Het potret hierboven is gemaakt na die 80 jaar, om de vrede te vieren.


Kijk goed naar dit schilderij

Slide 5 - Diapositive

Noteer 3 dingen waaraan je kunt zien dat het feest is:

Slide 6 - Question ouverte

De mannen op dit schilderij zijn schutters. De schutterij verdedigde de stad tegen de vijand. Om lid te worden van de schutterij moest je veel geld hebben, het waren rijke burgers. Ze hadden ook veel macht en dat was erg bijzonder aan Nederland in de 17e eeuw. Wij hadden geen koning die regeerde, maar de burgers hadden het voor het zeggen. 
 
 

schuttersmaaltijd ter viering van de Vrede van Munster, Barholomeus van der Helst, 1648









ed naar dit schilderij

Slide 7 - Diapositive

Zie je ook een muziekinstrument? Welk?

Slide 8 - Question ouverte

Wat voor eten en drinken zie je?

Slide 9 - Question ouverte

Het ontploffen van het Spaanse admiraalsschip biKijkj Gibraltar, Conelis Claesz van Wieringen, 1621
Kijk goed naar dit schilderij:

Slide 10 - Diapositive

Wat is er op dit schilderij aan de hand?

Slide 11 - Carte mentale

Welke geluiden zou je bij deze afbeelding kunnen horen?

A
Kanon schoten, krakend hout, golven
B
Geweer schoten, telefoons

Slide 12 - Quiz

Welk land is hier in gevecht tegen Spanje?

A
België
B
Nederland
C
Portugal
D
Amerika

Slide 13 - Quiz

Bekijk dit schilderij

Slide 14 - Diapositive

Herken je dit grote gebouw? Hoe heet dit gebouw? (tip: het staat in Amsterdam)

Slide 15 - Question ouverte



Het is het Paleis op de Dam, althans, zo heet het nu. In de Gouden Eeuw werd het als stadhuis gebouwd. De burgers waren aan de macht in Nederland. Dus het stadhuis zag er uit als een paleis, hiermee toonden zij hun macht. Pas veel later kregen we een koningshuis en werd het gebouw het Paleis op de Dam
Stadhuis op de Dam in Amsterdam, Berckheyde, 1672

Slide 16 - Diapositive

Met zo' schip gingen de Nederlanders naar verre landen om specerijen en kruiden te halen.
modelschip William Rex, Moesman 1698

Slide 17 - Diapositive

Noem drie specerijen die uit verre landen gehaald werden

Slide 18 - Question ouverte

De heen- en terugreis van zo'n schip kon soms wel twee jaar duren! Veel bemanningsleden overleefden de reis niet. Waaraan konden ze sterven? (meerdere antwoorden goed)
A
aan de verveling
B
scheurbuik door tekort aan vitamine C
C
kapers die op de kust lagen
D
door heimwee

Slide 19 - Quiz

Spiegel van de Royal Charles, 1650
Op de vorige pagina's zag je foto's van een modelschip. Hiernaast zie je de achterkant van een echt groot schip. De achterkant van een schip noem je "de spiegel".
Deze spiegel is heel bijzonder. Hij is meegenomen als oorlogsbuit door kapitein Michiel de Ruyter.

Slide 20 - Diapositive

Hoe groot denk je dat deze spiegel in het echt is? (doe een gok!)

Slide 21 - Question ouverte

De spiegel is van hout gemaakt. Hoe zwaar denk je dat hij is?
A
100 kilo
B
250 kilo
C
500 kilo
D
750 kilo

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Portret van Maria Trip, Rembrandt, 1639
Het melkmeisje, Johannes Vermeer, 1660
Bekijk deze twee schilderijen

Slide 24 - Diapositive

Sleep onder het potret waar aan je kunt zien dat ze arm of rijk zijn.
Sieraden
Dure jurk
Ze is aan het werk
Ze is de hulp in huis
Ze doet niets
ze draagt een schort

Slide 25 - Question de remorquage

Dit is de herengracht in Amsterdam

Slide 26 - Diapositive

Weet je nog hoe dit genoemd werd?

Slide 27 - Question ouverte

Wat valt je op aan dit zelfportret van Rembrandt?

Slide 28 - Question ouverte

Knijp je ogen half dicht en kijk dan naar dit plaatje. Welke twee dingen vallen je het meeste op?
Dit is ook een zelfportret van Rembrandt op latere leeftijd.

Slide 29 - Question ouverte

In 1602 werd de VOC opgericht. Weet je nog waar dit de afkorting voor is?

Slide 30 - Question ouverte

VOC
De VOC was een vereniging voor Nederlandse handelaren. Zij spraken met elkaar af dat ze elkaar niet tegen zouden werken met hun handel. Veel VOC-handelaren woonden op een handelspost in het buitenland om alles goed in de gaten te houden.
Opperkoopman van de VOC, Aelbert Cuyp, 1640-1660

Slide 31 - Diapositive


Dit is een koopman met zijn vrouw in Batavia.

Waar ligt Batavia?
A
India
B
Indonesië
C
Japan
D
Nederland

Slide 32 - Quiz

De koopman wijst met zijn wandelstok naar de schepen die in de baai liggen.

Waarom zou hij daarnaar wijzen?
A
Hij vindt de schepen erg mooi.
B
Hij wil niet dat de aandacht naar hem gaat, maar naar de schepen.
C
Hij is rijk geworden door de handel en is trots op zijn schepen.
D
Hij wil laten zien hoe druk het is in de baai.

Slide 33 - Quiz

Kijk goed naar dit schilderij
Portret van Jan Valkenburgh, Daniel Vertangen, 1660

Slide 34 - Diapositive

Er werd in de Gouden Eeuw niet alleen in goederen gehandeld. Waarin nog meer? (kijk goed naar het schilderij)

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Vidéo

Dit was de virtuele tour!
Om nog even echt het gevoel te hebben dat je in het Rijksmuseum bent geweest, kun je op de link hieronder klikken:

https://www.rijksmuseum.nl/nl/ontdek-meesterwerken

Slide 37 - Diapositive

Tot slot:

Wat vond je van dit (virtuele bezoek) aan het Rijksmuseum?
A
Leuk
B
Leerzaam
C
Saai
D
Ik wist alles al

Slide 38 - Quiz

Vul hier de tijd is waarop je klaar bent met de les:

Slide 39 - Question ouverte