Periode 4 Les 3 V&V Schapen
1 / 24
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Jullie moeten 22 rassen kennen van de schapen. Hoeveel rassen ken je al denk je?
A
15 rassen of meer
B
8-14 rassen
C
1-7 rassen
D
geen
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Waarom worden schapen gehouden?
Slide 7 - Question ouverte
Wat voor een fokdoel hoort het meest bij dit schapenras?
A
Vleesproductie
B
Wolproductie
C
Natuurbegrazing
D
Melkproductie
Slide 8 - Quiz
Wat voor een fokdoel hoort het meest bij dit schapenras?
A
Vleesproductie
B
Wolproductie
C
Natuurbegrazing
D
Melkproductie
Slide 9 - Quiz
Wat voor een fokdoel hoort het meest bij dit schapenras?
A
Vleesproductie
B
Wolproductie
C
Natuurbegrazing
D
Melkproductie
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Waarom kun je beter geen geitenbrok aan schapen voeren?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Slide 22 - Diapositive
Hoe gaat het met jullie filmpje? (eindopdracht periode 4 V&V)
A
Ik weet wat ik ga vertellen en ben er al goed mee bezig
B
Ik weet over welk ras ik het ga doen maar ben nog niet begonnen
C
Ik heb de opdracht gelezen maar ben nog niet begonnen
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen
