het gebit en aangedane kant zv

Aan- en uitkleden:
Als een jas aandoet bij een zorgvrager met een pijnlijke arm
A
Start je met de kant waar iemand pijn heeft
B
Start je met de kant waar iemand geen pijn heeft
1 / 15
suivant
Slide 1: Quiz
Praktijkles ADLMBO

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Aan- en uitkleden:
Als een jas aandoet bij een zorgvrager met een pijnlijke arm
A
Start je met de kant waar iemand pijn heeft
B
Start je met de kant waar iemand geen pijn heeft

Slide 1 - Quiz

Wat is het poetsadvies?
A
2 x per dag 2 minuten
B
1 x per dag 5 minuten
C
2 x per dag 5 minuten
D
3 x per dag 2 minuten

Slide 2 - Quiz

Je mag de nagels van een zorgvrager met diabetes niet verzorgen omdat
A
De zorgvrager een hypo kan krijgen
B
De zorgvrager minder gevoel heeft in handen en voeten
C
De zorgvrager een hyper kan krijgen
D
De zorgvrager kan gaan beven

Slide 3 - Quiz

Waaraan is een tandvleesontsteking te herkennen?
A
Licht roze tandvlees
B
Bloeding bij poetsen
C
Tandvlees ligt strak om te tanden en/of kiezen
D
Witte plekjes in de mond

Slide 4 - Quiz

Welke plek in de mond is het belangrijkste om te poetsen?
A
De bovenkant van de tanden en kiezen
B
De buitenkant van de tanden en kiezen
C
De binnenkant van de tanden en kiezen
D
De tandvleesranden rondom de tanden en kiezen

Slide 5 - Quiz

Op welk moment van de dag is het het belangrijkst om je tanden te poetsen?
A
Maakt niet uit
B
's ochtends
C
's middags
D
's avonds

Slide 6 - Quiz

Wat is beter?

A
Twee keer vluchtig poetsen
B
Eén keer heel grondig poetsen

Slide 7 - Quiz

Welke aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door een slechte mondgezondheid?
A
Diabetes
B
Dementie
C
Longontsteking

Slide 8 - Quiz

Het blijvende gebit komt bij kinderen rond welke leeftijd door?
A
2 jaar
B
8 jaar
C
10 jaar
D
5 jaar

Slide 9 - Quiz

Bij kinderen moet je tot welke leeftijd napoetsen?
A
5 jaar
B
10 jaar
C
7 jaar

Slide 10 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met persoonlijke hygiëne?
A
Verzorging van lichaam en kleding
B
Verzorging van werkplek en werkomgeving
C
Rekening houden met collega's
D
Verzorging van grondstoffen en producten

Slide 11 - Quiz

Wat betekend ADL
A
Alle dagen lol
B
Algemene dagelijkse levensverrichtingen
C
Algemene dagen lief
D
Algemene dagelijkse leven

Slide 12 - Quiz

Wat is een zorgvrager?
A
de dokter
B
de mantelzorger
C
patiënt

Slide 13 - Quiz

Wat is een zorgverlener?
A
de patiënt
B
jij
C
de dokter
D
tandarts

Slide 14 - Quiz

Als helpende zorg geef je persoonlijke verzorging aan cliënten.
Welke werkzaamheid hoort bij persoonlijke verzorging?
A
boodschappen doen
B
ramen zemen
C
lichaamstemperatuur meten
D
gezinswas doen

Slide 15 - Quiz