9: El clase de 24 de noviembre de 2024

1 / 42
suivant
Slide 1: Vidéo
SpaansMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 10 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

El clase de 25 de noviembre de 2024

Slide 2 - Diapositive

qué significa:
Despacito
A
Snel
B
Langzaam

Slide 3 - Quiz

Hay otro palabra para 'despacito' en español?
A
Rápido
B
Lentamente
C
No sé
D
No hay otra palabra

Slide 4 - Quiz

Qué significa.....
De volgende dia heeft een zin uit het liedje. 
ESCUCHA BIEN
Vul daarna het antwoord in.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wat betekent de zin die je hebt gehoord?

Slide 7 - Question ouverte

Qué significa.....
De volgende dia heeft een zin uit het liedje.  Het gaat om: VAMOS........en dan???
Luister goed.
Vul daarna het antwoord in.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

¿A dónde queréis ir y cómo se llama el país?

Slide 10 - Question ouverte

Cultura-pág. cincuenta
Lee todos los textos y contesta las preguntas de ejercicios 1, 2, 3.
¿Terminado? y tu compañero también?
Ejercicio 4 - Habla
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

  • Hoy

- preguntas cap. 1/4
- Estar/Ser/Hay
- plaatsbepaling
- De sleutels/het huis en vamos a España
- MAAK AANTEKENINGEN; NODIG VOOR MONDELING






Slide 12 - Diapositive

Hay, ser, estar
Uitleg estar y waar iemand zich bevindt

Slide 13 - Diapositive

página cincuenta y dos

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

1. Mañana …………. una fiesta en la casa de Juan.
A
es
B
hay
C
está

Slide 16 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van voorzetsels in het Nederlands?
A
de, het, een
B
achter, voor, naast, in

Slide 17 - Quiz

Hacer (maken): diez minutos
El libro, pág. 54 ej. 1, 2, 3
timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

2. El coche de Diego ……………… blanco.
A
es
B
hay
C
está

Slide 19 - Quiz

3. En el vestíbulo …………….. dos sillas.
A
es
B
hay
C
está

Slide 20 - Quiz

4. Sinterklaas ……………. una fiesta típica holandesa.
A
es
B
hay
C
está

Slide 21 - Quiz

5. Las flores ……………… en el jarrón encima de la mesa.
A
son
B
hay
C
están

Slide 22 - Quiz

6. vul een vorm van hay/ser/estar in:
¿Dónde ........... un hospital aquí?

Slide 23 - Question ouverte

7. Sharon, Berber, Brenda, Suzanne y Yimmy ………………. profesores de español.

Slide 24 - Question ouverte

8. Los nietos (=kleinkinderen) de Alvaro ………………. en la universidad.

Slide 25 - Question ouverte

9. Al lado de la Plaza Grande ……………… el hospital.

Slide 26 - Question ouverte

10. En el jardín …………….. un árbol (=boom).

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Vidéo

Juntos-Huis tekenen en beschrijven
In groepjes: Een tekent een huis met een: woonkamer, eetkamer, keuken
badkamer, min.2 slaapkamers en je mag zelf nog wat verzinnen
De anderen / samen maak je zinnen met de indeling (dus wat erin staat)
Deze tekening beschrijf je aan een ander groepje (carrousel).




timer
20:00

Slide 29 - Diapositive

Kijk en luister goed
Op de dia na het filmpje vervoeg je de rest van het werkwoord.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Vervoeg het werkwoord; het begint met Soy (yo)

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Vidéo

Wat betekent solamente te falta un beso?
A
Er ontbreekt alleen een hand
B
Er ontbreekt alleen een hart
C
Er ontbreekt alleen een been
D
Er ontbreekt alleen een kus

Slide 34 - Quiz

Over welke bekende popgroep heeft zij het in het liedje ('Let it be')?
A
Qué?
B
The Rolling Stones
C
The Doors
D
The Beatles

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo

Vamos a España
Y ¿Dónde quiréis alojar?
pág. cincuenta y tres

escucha ej. 7 y repite y ej. 8, 10 y 11

Slide 38 - Diapositive

Pág. cincuenta y cinco
Ej. 4,5 (en correos electrónicos a avdam@zone.college) y ej. 6
timer
10:00

Slide 39 - Diapositive

Leer cultura pág sesenta

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Hasta la próxima semana
Los deberes en Magister

Slide 42 - Diapositive