Test jezelf par. 2.3

Test jezelf par. 2.3

Check of je de Paragraaf snapt!

Wat is een republiek?

1. Een land met een koning.
2. Een land zonder koning
3. Een land met een keizer.
4. Een land zonder regering.

Leg in je eigen woorden uit wat
de 'Staten-Generaal' betekent.

Leg uit wat regenten zijn.

Noem daarbij twee zaken waar regenten zich mee bezig houden.

Beslissen over stadszaken

Beslissen over rechtspraak en belasting

Beslissen over oorlog en de VOC

 Gewestelijke Staten

Staten-Generaal

Regenten

Welke functie had Johan van Oldenbarnevelt in de Nederlandse politiek?

1. Stadhouder
2. Raadpensionaris
3. Landvoogd
4. Landsheer

Wie komt er in de ruzie van Johan van Oldenbarnevelt en prins Maurits als beste uit?

1. Johan want hij had de V.O.C. opgericht en was een rijk man
2. Maurits want door zijn beroemde vader kiest het volk voor hem
3. Johan want hij zorgt ervoor dat Maurits zijn macht kwijt raakt
4. Maurits want hij laat Johan als landverrader onthoofden

Waarom vond Stadhouder Willem II het vervelend dat er géén oorlog meer was met Spanje na 1648?

Denk daarbij aan zijn functie ;)

Waarom waren de regenten juist blij met de Vrede van Münster?

Zonder stadhouder verder

1650-1672

• Als stadhouder Willem II in 1650 plotseling overlijdt is zijn zoon nog niet eens geboren (pas acht dagen later)
• Sommige regenten zijn van mening dat er geen nieuwe stadhouder hoeft te komen: ze kunnen het wel alleen!

De zwaan stelt Johan de Witt voor.

Het nest van de zwaan met eieren stelt De Republiek voor.

Wat doet 'De zwaan' op de vorige slide?

Bedenk twee redenen waarom Lodewijk XIV de Republiek aanvalt.

Wie kreeg de schuld voor het Rampjaar in de Republiek?

Het Rampjaar (1672) was een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van de Nederlandse Republiek.

Noem:
- Een oorzaak van het Rampjaar, en
- Een gevolg van het Rampjaar, en
- Leg van beiden het verband uit met Raadspensionaris Johan de Witt.

Lesdoel 1:
Leg uit hoe de Republiek werd bestuurd en wat daar bijzonder aan was.

Lesdoel 2:
Aan de hand van een voorbeeld uitleggen dat de stadhouder en de regenten soms verschillende belangen hadden.

Lesdoel 3:
Leg uit hoe de Gouden Eeuw tot een einde kwam.