les 3: de bevalling

De bevalling
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

De bevalling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De zwangere patiënt en de bevalling
Les 1  --> De normale zwangerschap

Les 2 --> Complicaties tijdens de zwangerschap 

Les 3 --> De normale bevalling 

Les 4 --> Complicaties tijdens de bevalling

Les 5 --> De zorg rondom moeder en kind

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De ziekenhuis module
Algemene leerdoelen
  • Jij bent in staat om specifieke verpleegkundige zorg uit te voeren in het proces van opname tot ontslag en zorg te dragen voor jouw taken en verantwoordelijkheden als verpleegkundige.  
  • Jij bent in staat om voor een patiënt postpartum zorg te dragen.
  • Jij bent in staat om klinisch redeneren toe te passen in het ziekenhuis.  
  • Jij kan de patiënt voorlichting, advies en instructie geven, passend bij het ziektebeeld, aandoening of onderzoek.   
  • Jij kan een patiënt begeleiden tijdens onderzoeken en behandelingen ten behoeve van diagnostiek. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deelopdracht: de zwangere patiënt en de bevalling
  • Kan je de patiënt en zijn naasten begeleiden tijdens het gehele zorgtraject van opname tot ontslag.
  • Kan je de patiënt voorlichting geven betreft de bevalling en de meest voorkomende complicaties.
  • Heb je kennis van de meest voorkomende indicaties, complicaties en aandachtspunten voor het begeleiden van een kraamvrouw gedurende een ziekenhuisopname.
  • Kan je assisteren tijdens een bevalling.
  • Kan je de zorg rondom moeder en kind monitoren en begeleiden.
  • Kan je de kraamvrouw en haar naasten begeleiden bij de verzorging van het kind.  

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de les weet je:
  • Wat de vier stadia van de bevalling zijn.
 
  • Wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling.

  • Wat de verpleegkundige aspecten rondom een bevalling zijn.



Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige lessen
Wat weet je nog van de vorige lessen?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al van de bevalling?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel weken duurt een zwangerschap normaal? Gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie.
A
32-35 weken
B
35-38 weken
C
38-41 weken
D
41-44 weken

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geboren na een normale zwangerschapsduur
Te vroeg geboren (meer dan twee weken voor de uitgerekende datum)
Te laat geboren (twee weken na uitgerekende datum)
Te laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap
Serotien
Prematuur
Dysmatuur
A terme

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het Latijnse/medische woord voor 'bevalling'?
A
malaise
B
morbus
C
palpatie
D
partus

Slide 11 - Quiz

malaise = onwel voelen
palpatie = betasten
morbus = ziekte
De bevalling, baring of partus
Vier baringstijdperken:
  • Ontsluitingstijdperk
  • Uitdrijvingstijdperk
  • Nageboortetijdperk
  • Postplacentaire tijdperk

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontsluitingstijdperk
Verschijnselen:
  • Regelmatige contracties van de uterus, weeën
    (om de 3-5 min. ged. 45-60 sec.)
  • Tekenen: verlies taai bloederig slijm (slijmprop)
  • Breken van de vliezen: (helder met vlokjes) vruchtwater loopt af
  • Beoordelen ontsluiting: vaginaal toucher

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontsluiting

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een normale waarde voor de foetale harttonen tijdens de ontsluitingsperiode?
A
60 - 100 x/min.
B
80 - 100 x/min.
C
90 - 110 x/min.
D
110 - 150 x/min.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang duurt deze fase gemiddeld bij een eerste kind?
A
8 tot 12 uur
B
2 tot 3 uur
C
meer dan 24 uur
D
1 tot 3 uur

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitdrijvingstijdperk
  • Persdrang, persen bij V.O.
  • Zo nodig vliezen kunstmatig breken
  • Inwendige en uitwendige spildraai

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na hoeveel cm ontsluiting kom je in de uitdrijvingsfase?
A
8 cm
B
9 cm
C
7 cm
D
10 cm

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevallingshoudingen
  • Zittend (baarkruk)
  • Liggend met opgetrokken benen
  • In bad
  • ... 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Episiotomie of ruptuur
  • Episiotomie = knip in perineum

  • Ruptuur = inscheuring 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nageboortetijdperk
  • Baby op buik moeder → warm houden
  • Slijm uit mondje baby  → huilen
  • Navelstreng afklemmen en doorknippen
  • Baby aan de borst: 
    gouden uur

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gouden uur
  • Huid-op-huidcontact
  • Borstvoeding
  • Binding en emotionele connectie
  • Kalmeren van de baby
  • Fysieke voordelen voor de moeder

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De nageboorte 
  • Placenta (moederkoek), vliezen en navelstreng
  • 5 - 60 min. na de geboorte van de baby

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Postplacentaire tijdperk - moeder
  • Zo nodig hechten van de epi of ruptuur
  • Controle vloeien  >1000 ml bloedverlies fluxus
  • Urineren na de partus
  • Baarmoederstand N+2 = 2 vingers boven de navel
  • Borstvoeding → oxytocine (contractie uterus)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de meest voorkomende ligging van de baby voor de geboorte?
A
Aangezichtsligging
B
Achterhoofdsligging
C
Kruinligging
D
Voorhoofdsligging

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer heeft een barende 'volledige ontsluiting' en mag ze gaan meepersen?
A
5 cm.
B
10 cm.
C
15 cm.
D
20 cm.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jij werkt als verpleegkundige op de kraamafdeling.
Je werkt een nieuwe collega in. Schrijf een inwerkdocument waarin onderstaande onderdelen uitgebreid aan bod komen. Denk daarbij vooral aan de rol van jou als verpleegkundige!
  • Hygiëne 
  • Ondersteunen bij weeën 
  • Ondersteunen bij ademhaling 
  • Verzorging van de barende 
  • Assisteren van de verloskundige tijdens de verschillende fases
  • emotionele aspecten

Lever het document vóór zondag  8 december 0.00 uur in: manonbos@rocvantwente.nl

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer geef je deze lessen tot nu toe
en waarom geef je dit cijfer?
110

Slide 32 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de les weet je:
  • Wat de vier stadia van de bevalling zijn.
 
  • Wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling.

  • Wat de verpleegkundige aspecten rondom een bevalling zijn.



Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende keer: Complicaties tijdens de bevalling

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions