Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Pop-art kennis quiz
Slide 1 - Diapositive
Popart
- "Populaire cultuur": kunst voor iedereen.
- Vaak verwijzingen naar alledaagse cultuur.
- hergebruik: kopiëren van bestaand beeld.
- Groot, kleurrijk, opvallend.
Slide 2 - Diapositive
Wat is (wat betreft voorstelling) de inspiratie voor pop art?
A
Felle kleuren, uitvergrotingen en herhalingen
B
Manier van schilderen
C
De moderne consumptie maatschappij en amusementsindustrie
D
Het gewone ongewoon maken
Slide 3 - Quiz
Waarom gebruikten veel popart kunstenaars beelden uit de reclame?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
A
Andy Warhol is een belangrijke Popart kunstenaar. Waarom is dit werk, wat betreft voorstelling, een typisch voorbeeld van Popart?
A
Je ziet herhalingen en
'blow-up's'
B
Je ziet felle kleuren en herhalingen.
C
Het zijn voorwerpen uit de supermarkt en ze zijn kleurrijk
D
Het onderwerp van dit werk komt uit het dagelijks leven.
Slide 6 - Quiz
Warhol sprak over zijn atelier als over zijn 'fabriek'. Hij maakte veel zeefdrukken die hij meerdere keren kon (laten) afdrukken. Geef aan hoe deze werkwijze haaks staat op de werkwijze in de periode van 'Het Moderne'.
Slide 7 - Question ouverte
Pop-art is,
A
Een logisch vervolg op het Surrealisme
B
Een voortvloeisel van het Abstract expressionisme
C
Een reactie op het Abstract expressionisme
D
Een reactie op het Surrealisme
Slide 8 - Quiz
Pop-art is tegelijkertijd ontstaan in:
A
Amerika en Frankrijk
B
Engeland en Amerika
C
Frankrijk en Engeland
D
Amerika en Duitsland
Slide 9 - Quiz
je ziet hier twee afbeeldingen. De onderste (2) is van een beroemde Pop-art kunstenaar die zich liet inspireren door het schilderij erboven (1) Ook van een beroemde kunstenaar.
1
2
Slide 10 - Diapositive
Van wie is het bovenste schilderij? (1)
A
Vincent van Gogh
B
Edouard Manet
C
Claude Monet
D
August Renoir
Slide 11 - Quiz
Tot welke kunststroming behoort de kunstenaar die je als antwoord hebt gegeven bij de vorige vraag?
A
Realisme
B
Pointillisme
C
Post impressionisme
D
Impressionisme
Slide 12 - Quiz
Van welke kunstenaar is het onderste schilderij (2)?
A
Andy Warhol
B
Roy Lichtenstein
C
Allan Jones
D
David Hockney
Slide 13 - Quiz
Door wat heeft de kunstenaar zich laten inspireren?
A
De consumptie maatschappij
B
Reclame advertenties
C
Stripverhalen
D
Sex en erotiek.
Slide 14 - Quiz
In welke kunststroming gebruikt men stripboek-afbeeldingen als kunst?
A
Expressionisme
B
Pop art
C
Realisme
D
Romantiek
Slide 15 - Quiz
wat is een environment?
A
Een kunstwerk dat is vastgelegd op film
B
Een presentatie als een klein toneelstukje
C
Een kunstwerk van allerlei gevonden materialen
D
Een meestal tijdelijk opgebouwde constructie
Slide 16 - Quiz
Wat is (wat betreft voorstelling) de inspiratie voor pop art?
A
Felle kleuren, uitvergrotingen en herhalingen
B
Manier van schilderen
C
De moderne consumptie maatschappij en amusementsindustrie
D
Het gewone ongewoon maken
Slide 17 - Quiz
wat is een objet-trouvé?
A
Een kunstwerk waar je echt in kan
B
Het Franse woord voor 'Ready-made'
C
Gevonden voorwerpen die tot kunst worden verheven
D
Een met de hand gemaakt object
Slide 18 - Quiz
Op welke afbeelding zie je de zeefdruk techniek?
A
B
C
D
Slide 19 - Quiz
Welke Pop-art kunstenaar maakte veel gebruik van de zeefdruk techniek?
A
Andy Warhol
B
Roy Lichtenstein
C
Claes Oldenburg
D
Allen Jones
Slide 20 - Quiz
Welk kenmerk hoort niet bij popart?
A
vervreemding door vergroting
B
vervreemding door herhaling
C
speels gebruik van kenmerken van de consumptiemaatschappij
D
emotie speelt een belangrijke rol
Slide 21 - Quiz
Van wie is dit kunstwerk?
A
Claes Oldenburg
B
Robert Rauschenberg
C
Andy Warhol
D
George Segal
Slide 22 - Quiz
Waarom behoort dit werk tot de Pop-art?
A
Het is onwijs groot
B
Er ontstaat vervreemding door de 'Blow-up'
C
Het is een onderwerp uit de consumptie maatschappij
D
Er is sprake van een herhaling van vormen.
Slide 23 - Quiz
Welke compositie vorm is hier toegepast?
A
Horizontaal
B
Verticaal
C
Statisch
D
Dynamisch
Slide 24 - Quiz
welk van de onderstaande afbeeldingen behoort NIET tot de Pop-art?
A
B
C
D
Slide 25 - Quiz
Met welke kunststroming heeft de Pop-art de meeste verwantschap?
A
Dada
B
Surrealisme
C
Futurisme
D
Symbolisme
Slide 26 - Quiz
Welke onderstaande bewering is juist?
A
Pop-art heeft amper maatschappelijk engagement
B
Pop-art is ook een literaire stroming
C
De boodschap van de Pop-art is; sex, drugs en rock and roll
D
Pop-art geeft kritiek op de consumptie maatschappij