H2d HST3 Politieke revoluties

H2d HST3 Politieke revoluties
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

H2d HST3 Politieke revoluties

Slide 1 - Diapositive

9 vragen en 22pt 
- begrippenvraag 3pt
- paragraaf 1 2pt
- paragraaf 2 9pt
- paragraaf 3 4pt
- paragraaf 4 2pt
- chronologie (volgorde)- vraag 2pt

Slide 2 - Diapositive

De Verlichters en gelijkheid
* Begint in de 18e eeuw > 1700- 1789 
Verlichters
  • Mensen zijn gelijk en vrij

Gevolg
  • Tegen standenmaatschappij
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

Slide 3 - Diapositive

Rousseau wilde
A
Scheiding van de machten
B
democratie

Slide 4 - Quiz

Montesquieu: Trias Politica

Slide 5 - Diapositive

Wat vond Montesquieu?
A
Het volk geeft de macht aan de koning in ruil voor bescherming
B
Dat het volk zelf de macht moest hebben (democratie)
C
Dat de macht in drieën gedeeld moet worden
D
Dat verlichte denkers het land uit gezet moesten worden

Slide 6 - Quiz

Filmpje
De Nationale Vergadering

Slide 7 - Diapositive


Wat was de Nationale Vergadering? Wat deden zij?
A
De Nationale Vergadering is een rebelgroep in Frankrijk die veel vergaderden
B
De Nationale Vergadering is de derde stand die zichzelf zo noemden en buiten de Staten-Generaal gingen vergaderden.
C
De Nationale Vergadering is de tweede stand die zichzelf noemden en buiten de Staten-Generaal vergaderden.
D
De Nationale Vergadering zijn de eerste en tweede stand die zich samen zo noemden en buiten de Staten-Generaal gingen vergaderden.

Slide 8 - Quiz

Oorzaken Franse Revolutie
* Grote ongelijkheid en onrechtvaardigheid van Ancien Régime
* Ontstaan van verlichte ideeën 
* Geldtekort van Frankrijk

* Vrijheid, gelijkheid en broederschap

Slide 9 - Diapositive

Wat is een oorzaak van de Franse Revolutie? En wat is geen oorzaak?
strenge leefregels van de kerk
de standensamenleving
belastingplicht voor de adel
Armoede op het platteland
absolute macht van de koning
Oorzaak Franse Revolutie
Geen oorzaak Franse Revolutie

Slide 10 - Question de remorquage

Het Franse volk blijft verdeeld
  • De gematigden vonden de terdoodveroordeling van de koning te ver gaan.
  • De radicalen wilden nog verder gaan met de revolutie. Zij waren bereid veel geweld te gebruiken. 

Slide 11 - Diapositive

De radicalen reorganiseerden het leger tijdens de Terreur. Je afkomst speelde een belangrijke rol, zodat de idealen van de Franse Revolutie verspreid kon worden.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 12 - Quiz

De Franse Revolutie
  • Na bestorming van de Bastille verspreid de revolutie zich: adel en geestelijken worden vermoord, huizen verbrand.
  • 1789 - 1792 Gematigde fase:
  • Standenverschillen afgeschaft, verklaring rechten van de mens en burger, parlement krijgt wetgevende macht (koning houdt uitvoerende), 15% van de mannen mag stemmen.
  • Koning wil vluchten, maar moet toch nieuwe grondwet ondertekenen.
  • 1792 - 1794 Radicale fase:
  • Algemeen kiesrecht, koning ter dood veroordeeld, tegenstanders van radicale fase vermoord (terreur) onder leiding van Robespierre.
  • 1799: Na staatsgreep Napoleon officieel einde Franse Revolutie.
  • Napoleon wordt keizer van Frankrijk: herstel monarchie.

Slide 13 - Diapositive

Juist of onjuist:
Onder leiding van Robespierre grepen de radicalen de macht tijdens de Franse Revolutie. Als je het niet met hen eens was werd je zonder rechtspraak ter dood veroordeeld. Deze periode heet de Terreur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

De Bataafse Republiek
Oorzaken Bataafse Revolutie:
1. Armoede in de Republiek door oorlog (met Engeland, want de Bataafse Republiek erkent als eerste de VS als nieuw land);
2. Slecht bestuur door Willem V en steeds dezelfde families hebben de macht;
3. Willem V gedraagt zich te veel als koning.

Slide 15 - Diapositive

Welke twee overeenkomsten zijn er tussen de oorzaken van de Franse Revolutie en die van de Bataafse Revolutie in 1795?
Fout
Goed
In beide landen hadden burgers genoeg van de voortdurende oorlogvoering door de machthebbers.
In beide landen eisten burgers inspraak in het bestuur.
In beide landen verzette de adel zich tegen de centralisatiepolitiek.
In beide landen speelde armoede een grote rol bij het ontstaan van de revoluties.
In beide landen wilden burgers toegang tot de adelstand.

Slide 16 - Question de remorquage

De Bataafse Republiek (1795)
  • Democratische Revolutie. Er komt een grondwet in 1798
  • Kiesrecht voor rijke mannen.
  • Vrijheid van meningsuiting, landelijke belasting, openbare scholen, postdienst
  • Eenheidsstaat = land met overal dezelfde wetten en regels

Slide 17 - Diapositive

veranderingen
-Grondwet heeft veel overeenkomsten met Frankrijk
- grondrechten, godsdienstvrijheid, voorrechten afgeschaft, dienstplicht invoeren
- Nederland wordt een eenheidsstaat. (wetten voor heel Nederland hetzelfde)
Deze veranderingen na 1795 noemen we De Bataafse Revolutie

Slide 18 - Diapositive

Wie was Napoleon?
A
Hij was een Franse generaal die zichzelf tot keizer van Frankrijk kroonde.
B
Een snoepjesfabrikant die het Franse volk van eten voorzag.
C
Een officier in het Franse leger die de koning en koningin liet onthoofden.
D
Familie van Robespierre en daardoor werd hij later koning van Frankrijk.

Slide 19 - Quiz

Napoleon Bonaparte
Hij veranderde veel in Frankrijk:
  1. Frankrijk werd een dictatuur: een alleenheerschappij
  2. een nieuwe grondwet
  3. een nieuw wettenboek, de Code Napoléon
  4. het metrieke stelsel 
  5. geregistreerde achternamen 
  6. dienstplicht

Slide 20 - Diapositive