Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Reading file - lesson 1
Slide 1 - Diapositive
Reading file
De komende lessen gaan we besteden aan leesvaardigheid. Je gaat leren;
Welke tekstdoelen en tekstsoorten er zijn
Welke leesstrategieën we kennen en
wanneer en hoe je die leesstrategieën hanteert
Slide 2 - Diapositive
Onderdeel SE
Vanwege de situatie rond de maatregelen tegen het Corona virus, kunnen we tot 6 april niet naar school. Daarom hebben we in overleg met de examencommissie het PTA voor Engels aangepast.
De toets Reading 2 wordt vervangen door een praktische opdracht. De komende vier lessen krijg je opdrachten die je moet inleveren. Je docent kijkt de opdrachten na en je krijgt een cijfer voor het geheel. Dit cijfer telt 2x mee.
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je nog van klas 3? Welke tekstsoorten en -doelen ken je nog?
Tekstsoorten & tekstdoelen
Slide 4 - Carte mentale
Bekijk nu eerst de korte instructievideo.
Nadat je de video bekeken hebt maak je de matching opdracht en de meerkeuze vragen die er achteraan komen.
Slide 5 - Diapositive
0
Slide 6 - Vidéo
Welke items horen bij welk tekstdoel?
Informeren/
instrueren
Amuseren
Overtuigen
Overhalen
Informatieve tekst
Amuserende tekst
Meninggevende tekst
Aansporende tekst
Slide 7 - Question de remorquage
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 8 - Quiz
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 9 - Quiz
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 10 - Quiz
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 11 - Quiz
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 12 - Quiz
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 13 - Quiz
Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 14 - Quiz
Leesvaardigheid - gap text
In een gap text moet je zelf een woord invullen om de zin kloppend te maken. Waar let je op?
Waar gaat de zin over?
Wat voor soort woord moet je invullen? (werkwoord, zelfstandig naamwoord, signaalwoord?)
Wat betekenen de woorden waaruit je kunt kiezen? Weet je dat niet? Zoek het dan op!
Slide 15 - Diapositive
Welk woord hoort er in de eerste gap?
A surfer fought off a Great White Shark by repeatedly punching it in the face after it bit his arm and sunk its __(1)__ into his surfboard.
Nick Minogue, 60, from Auckland, New Zealand, was trying to catch some __(2)__ at Pauanui Beach on Saturday when his morning was interrupted by a three-metre long visitor with a fin.
Slide 16 - Question ouverte
Welk woord hoort er in de tweede gap?
A surfer fought off a Great White Shark by repeatedly punching it in the face after it bit his arm and sunk its __(1)__ into his surfboard.
Nick Minogue, 60, from Auckland, New Zealand, was trying to catch some __(2)__ at Pauanui Beach on Saturday when his morning was interrupted by a three-metre long visitor with a fin.
Slide 17 - Question ouverte
Airtravel
Je gaat een gap filling exercise maken. In de tekst zitten 9 gaps, bij iedere gap kies je welk woord erin past.
Slide 18 - Diapositive
Which word fits gap #1?
Click text to zoom
A
the
B
a
C
one
Slide 19 - Quiz
Which word fits gap #2?
Click text to zoom
A
fly
B
flown
C
flew
Slide 20 - Quiz
Which word fits gap #3?
Click text to zoom
A
in
B
at
C
through
Slide 21 - Quiz
Which word fits gap #4?
Click text to zoom
A
lot
B
many
C
few
Slide 22 - Quiz
Which word fits gap #5?
Click text to zoom
A
fast
B
faster
C
fastest
Slide 23 - Quiz
Which word fits gap #6?
Click text to zoom
A
must
B
should
C
could
Slide 24 - Quiz
Which word fits gap #7?
Click text to zoom
A
between
B
from
C
of
Slide 25 - Quiz
Which word fits gap #8?
Click text to zoom
A
with
B
on
C
by
Slide 26 - Quiz
Which word fits gap #9?
Click text to zoom
A
them
B
their
C
they
Slide 27 - Quiz
Reading file part 1: Done.
Je hebt in deze les een stuk theorie behandelt en een gap filling exercise gedaan. De resultaten van deze opdrachten kan je docent inzien.
Samen met de opdrachten uit de parts 2, 3 & 4 krijg je hiervoor een cijfer.
Want to know how we decide on your mark? Click here.