H2 Woordenschat

H2 Woordenschat

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2 Woordenschat

Slide 1 - Diapositive

Heb je nog vragen over woordenschat H1? (vergelijking, metafoor, personificatie?)

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

'De golven aaien de zwemmers'.
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Metonymie

Slide 10 - Quiz

Welke vorm van beeldspraak herken je?

Die glimlach van je, alsof een parkiet over je gezicht klimt ...
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 11 - Quiz

'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie

Slide 12 - Quiz

'Mijn hart maakte een sprongetje.'
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymia
D
vergelijking

Slide 13 - Quiz

Welke vorm van beeldspraak?
Ze praat als een kip zonder kop.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 14 - Quiz

De maan bespiedde ons vanuit de hemel.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Beeldspraak

Slide 15 - Quiz

'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie

Slide 16 - Quiz

'Geef mij nog maar een glaasje. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
Maak van woordenschat H2 opdr 1 en 5
Heb je een vraag? Stel deze via Teams. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Leerdoel behaald?
A
Ja, dat denk ik wel
B
Een beetje
C
Niet echt
D
Nee, nog niet

Slide 20 - Quiz