Schrijfvaardigheid & wederkerende ww

3 MAVO
Schrijfvaardigheid

wederkerende ww
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3 MAVO
Schrijfvaardigheid

wederkerende ww

Slide 1 - Diapositive

startopdracht
Maak 4 zinnen met deze woordjes:

aburrido/-a
el pelo
viejo/-a
la talla

->  gebruik hierbij blz 121 blok 3.1 voca
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

nakijken:
oef 12, 13 en 14

Slide 3 - Diapositive

Wederkerend ww
in het Nederlands

Slide 4 - Carte mentale

Wederkerende ww
In het Nederlands:
ik was me
jij wast je
Hoe herken je deze in het Spaans:
ww die eindigen op 'se'
levantarse, ducharse, divertirse, etc.

Slide 5 - Diapositive

Persoonlijk vnw 
yo
me
te
él/ella/usted
se
nosotros
nos
vosotros
os
ellos/ellas/ustedes
se

Slide 6 - Diapositive

Vervoeging wederk ww
Stap 1: je haalt 'se' van het werkwoord af. Je houdt dan een regelmatig werkwoord over. Bijvoorbeeld:
levantarse, zonder 'se': levantar
Dit werkwoord vervoeg je zoals je geleerd hebt alleen nu met het juiste persoonlijk vnw ervoor.

Slide 7 - Diapositive

LEVANTARSE
DUCHARSE
Me levanto
me ducho
te levantas
te duchas
se levanta
se ducha
nos levantamos
nos duchamos
os levantáis
os ducháis
se levantan
se duchan

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wederkerend 
Werkwoord
=
Werkwoord + 
wederkerend
voornaamwoord!

Slide 10 - Diapositive

herhalen ww met klinkerwisseling

bron C

Slide 11 - Diapositive

vocabulario 3.2
demasiado
la marca

Slide 12 - Diapositive

ducharse, nosotros
A
nos duchamos
B
os duchamos
C
nos ducháis
D
os ducháis

Slide 13 - Quiz

llamarse, Pedro
A
te llamas
B
se llama
C
me llamo
D
nos llamamos

Slide 14 - Quiz

¿Cómo ...............(tú-llamarse)?
A
me llamo
B
se llama
C
te llamas
D
te llamo

Slide 15 - Quiz

levantarse, vosotros

Slide 16 - Question ouverte

Om 7 uur poets ik mijn tanden.
* tanden poetsen = cepillarse los dientes

Slide 17 - Question ouverte

Bron C
¿Cómo ir a la moda?
blz 27-28 TB

los consejos = de adviezen

Maak: oef 8, 9 en 10 in je Werkboek blz ..

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Noticias
video

let op de volgende woorden:

el animal = het dier
de hond = el perro
féliz = gelukkig

Slide 20 - Diapositive

voca 3.1 en 3.2 

traduce:


1. Yo corto mis vaqueros viejos
2. En la primavera llevamos prendas nuevas.
3. El bolso de la marca Gucci es demasiado caro.
4. Señor Gómez lleva gafas y bigote.
timer
4:00

Slide 21 - Diapositive

Klinkerwisseling

Slide 22 - Diapositive

werkwoorden met klinkerwisseling

Slide 23 - Diapositive

¡a trabajar!
maken: ejercicio 21, 22 y 23

Slide 24 - Diapositive