Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Welkom bij Nederlands!
Benodigdheden:
Leesboek
Werkboek en schrift
Laptop
Zet alvast klaar:
Lessonup www.lessonup.com Log in met je naam en wachtwoord
Online methode Ga naar Magister Kies voor leermiddelen Kies Ne Talent
timer
2:00
Slide 2 - Diapositive
Check in?
A
groene smiley
B
oranje smiley
C
rode smiley
Slide 3 - Quiz
Programma:
Proefwerk lezen en woorden hoofdstuk 3, 07-03
Check je kennis: Lesvragen beantwoorden
Terugblik lezen
Uitleg lezen paragraaf 3.3
Keuze verwerkingsopdracht
Lesvragen en lesdoelen:
Een tekstdoel is...
Voorbeelden van tekstdoelen zijn...
Bij nauwkeurig lezen, lees je de tekst....
Een tekst bestaat vaak uit de volgende onderdelen.....
timer
3:00
Slide 4 - Diapositive
Manieren van lezen
Leertekst - Nauwkeurig lezen
Als je precies wilt weten wat er in een tekst staat, dan ga je de tekst nauwkeurig lezen.
Nauwkeurig lezen doe je zo:
Lees de tekst aandachtig door; zin voor zin.
Probeer zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat.
Gebruik de methode verkennend lezen
als je snel een idee wilt krijgen van de tekst. Tijdens proefwerken kan je dit doen, wanneer je vragen over de vorm moet beantwoorden bijvoorbeeld: hoeveel alinea's heeft de tekst
Gebruik nauwkeurig lezen als je een precies antwoord uit de tekst moet halen. Dit zijn vragen over de inhoud zoals:
Welke argumenten worden er in alinea 4 gegeven.
Opbouw van een tekst
Tekstdoel
Het doel van de schrijver (waarom hij de tekst schrijft), noem je een tekstdoel.
Er zijn 4 verschillende tekstdoelen:
Informeren
Overhalen
Amuseren
Overtuigen
Bij informeren wil je schrijver de lezer informatie geven. Deze teksten vind je bijvoorbeeld in een schoolboek of de krant
Gebruik de strategie verkennend lezen om op te halen waar het verhaal ook weer over ging.
Slide 7 - Diapositive
Escaperoom Mirjam Mouse
Slide 8 - Carte mentale
Keuze opdracht: verwerkingsopdracht Escape room óf start met opdrachten uit de (online) omgeving
Opdracht 1:
Schrijf een 'flaptekst' (blurb) over het verhaal Escape room.
Een flaptekst (blurb) staat achter op een boek en geeft een korte samenvatting van het boek. Het doel van de deze tekst is iemand amuseren. Met de flaptekst wil je iemand overtuigen het boek te lezen.
Let op: een flaptekst heeft geen slot. De meeste teksten eindigen met een cliffhanger (een spannend open einde).
Opdracht 2:
Maak een reclame poster over het boek.
Een reclameposter heeft als doel iemand overtuigen om het boek te gaan kopen. Door het zien van je poster, moet iemand direct het idee krijgen waar het boek over gaat en wat voor soort boek het is (spannend).
Een poster heeft veel afbeeldingen en weinig tekst. Let op dat je met je afbeeldingen en kleur let op de sfeer van het verhaal over te brengen. Je mag de poster digitaal of op papier maken. Laat met je poster ook zien waar het verhaal over gaat.
ALs je precies wilt of moet weten wat in de tekst staat, dan ga je de tekst nauwkeurig lezen.
Lees zin voor zin. Probeer zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat Markeer eventueel belangrijke informatie
Woordhulp
Bij een moeilijk woord:
Vaak staat de betekenis voor of achter het woord;
Bekijk plaatjes
Tekstdoelen
Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat is het doel van de schrijver? Dit noem je het tekstdoel.
Je leert vier tekstdoelen: informeren, activeren, amuseren en overtuigen.
Een tekstdoel dat vaak voorkomt is informeren. De schrijver wil dan informatie geven over een bepaald onderwerp, je vindt deze teksten bijvoorbeeld in schoolboeken en in kranten.