3.2 Zien

H3 Waarnemen
3.2 Zien
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H3 Waarnemen
3.2 Zien

Slide 1 - Diapositive

Terugblik vorige les

Slide 2 - Diapositive

Liggen zintuigen in de huid?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Zintuigen kunnen berichten afgeven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Hoeveel zintuigen heeft de mens?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 5 - Quiz

Wie vangen prikkels op?
A
zenuwen
B
zintuigen
C
ruggenmerg
D
hersenen

Slide 6 - Quiz

Zintuigen zetten prikkels om in berichten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Noem drie zintuigen

Slide 8 - Question ouverte

Je hoort de poes spinnen
Je ruikt de soep
Je stoot je arm aan de tafelpunt
Je ziet dat de zon schijnt
Je voelt dat het buiten koud is
Je voelt dat de bal rond is
lichtzintuigen
pijnzintuigen
Reukzintuigen
Gehoorzintuigen
Tastzintuigen
Koude zintuigen

Slide 9 - Question de remorquage

de tastzin
de reuk
het zicht
het gehoor
de smaak

Slide 10 - Question de remorquage

Een vlieg loopt over je wang
In de winter krijg je koude handen op de fiets
Je staat onder de warme douche
Je voelt dat je schoenen knellen
Tast zintuigen
Koudezintuigen
Warmte zintuigen
Druk zintuigen

Slide 11 - Question de remorquage

Wat betekent waarnemen?

Slide 12 - Question ouverte

Doel van de les
Je leert de onderdelen van je oog.
Je leert hoe je oog werkt.

Slide 13 - Diapositive

Je ogen 
Je ogen zijn twee bollen in je oogkassen

Je iris, oogwit en pupil zijn zichtbaar van deze bollen.

Slide 14 - Diapositive

Je ogen 
Je ogen worden goed beschermt door:
- je wenkbrauwen en oogleden met wimpers beschermen tegen stof en zweet
- je traanklier maakt traanvocht zodat je ogen niet uitdrogen en je vuil wegspoelt
- je traanbuis voert vocht en vuil af naar je neus. Als je moet huilen stromen je traanbuizen over.

Slide 15 - Diapositive

Wat is geen laag van je oogbol?
A
Harde oogvlies
B
Zachte oogvlies
C
Vaatvlies
D
Netvlies

Slide 16 - Quiz

Hoe werken je ogen?
Drie lagen in je oogbol
1. Harde oogvlies: wit, beschermt je oog. Voor je iris ligt hoornvlies, deze is doorzichtig
2. Vaatvlies: hierin zitten bloedvaatjes. aan de voorkant zit de gekleurde iris. Het gat in het vaatvlies is de pupil
3. Netvlies: het lichtzintuig, hierin zitten lichtgevoelige zintuigcellen

Slide 17 - Diapositive

Wat gebeurt er als je iets ziet?
  1. Licht dat op de boom valt, wordt teruggekaatst.
  2. Het teruggekaatste licht komt via het hoornvlies en de pupil je oog binnen.
  3. De lens in je oog maakt een scherp beeld op het netvlies.
  4. De zintuigcellen in het netvlies vangen de lichtprikkels op en zetten de prikkels om in berichten. 
  5. Die berichten gaan door de oogzenuw naar de hersenen. Daar word je je bewust van wat je ziet.

Slide 18 - Diapositive

Hoe werken je ogen?
Het glasachtig lichaam is een doorzichtige gel die de holte in je oogbol opvult.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Hoe krijgen je ogen steeds genoeg licht?
Pupillen worden kleiner of groter dmv spiertjes in je iris

Te weinig licht? Pupil wordt groter
Teveel licht? Pupil wordt kleiner

Dit heet pupilreflex

Slide 21 - Diapositive

Wat is ook alweer het pupilreflex?

Slide 22 - Question ouverte

Hoe zie je diepte?
Jij kunt 3D zien! Dat heet diepte zien.
Je linkeroog ziet net iets anders dan je rechteroog. Je hersenen voegen deze beelden samen tot 1 beeld.

Door diepte te zien kun je afstand inschatten

Slide 23 - Diapositive

Waardoor zie je altijd scherp?
Alles wat je ziet komt op de kop binnen in je ogen! In je hersenen wordt het weer recht gezet. 

Slide 24 - Diapositive

Waardoor zie je altijd scherp?
Om van veraf en dichtbij scherp te kunnen zien verandert de lens van vorm

Bolle lens: van dichtbij scherp zien
Platte lens: van veraf scherp zien

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Met een bolle lens zie je van veraf scherp
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz