Didactiek P3 L1+2: Didactische werkvormen

• didactiek
• MBO
• Studiejaar 1

Didactische werkvormen 

Thema 8

Warming up

Wat weten we nog van bewegingsvormen?

Geef voorbeeld van bewegingsvorm waar je totaalmethode toepast.

Watertrappelen 1x laten zien en iedereen gelijk dat laten oefenen.

1. Totaalmethode
2. Deelmethode

Je kan een oefening van makkelijk naar moeilijk maken, hoe kan je oefeningen nog meer methodisch opbouwen?

Methodische principes

1. Van hoofdonderdelen naar gedetailleerde onderdelen

2. Van laag naar hoog vlak.

3. Met veel rust naar weinig rust ( hersteltijd).

4. Van langzaam uitvoeren naar snel uitvoeren.

5. Van weinig spelregels naar veel.

Waar gebruik je het BHU model voor?

1. Voor methodische opbouw
2. Om te kunnen differentiëren

Welke deelnemers kunnen de uitbreidingsoefening doen?

1. De deelnemers die basis al beheersen
2. Deelnemers die Herhaling beheersen

2 vormen van differentiëren zijn

1. Motorisch Cognitief
2. Inhoudelijke Organisatorische
3. Deel Totaal

Waar moet Bewegingsvorm aan voldoen?

Zijn eisen hieronder in bewegingsvorm in volgende video toepasbaar?

- Veilig,

- betekenisvol,

- belevingswaarde en afwisseling (psychisch curve)

- optimale intensiteit,

- differentiatie mogelijk,

- methodisch goed opgebouwd.

Didactische werkvormen 

Thema 8

Thema 8

Didactische werkvormen zijn: Manieren waarop je een bewegingsvorm of organisatie aanbiedt.

OF

Het geheel van didactische handelingen die door de lesgever worden gebruikt met het oog op het bereiken van een vooraf bepaalde doelstelling.

Noem zo veel mogelijk manieren die een lesgever gebruikt om iets sportiefs aan te leren bij een deelnemer:

Voorbeelden van activiteiten van de lesgever:

• Informatie geven (Elleboog moet hoog zijn bij uithaal borstcrawl)

• Opdrachten geven (Borstcrawl 3 baantjes met hoge elleboog)

• Uitleggen (Met hoge elleboog zwem je stabieler en dus sneller)

• Verbeteren (probeer eens met je duim langs oksel te gaan)

• Beurten geven (wie kan de armslag uitleggen?)

• Laten experimenteren/uitproberen(ga maar uitproberen wat beter werkt)

Waar in het didactisch model, staan "didactische werkvormen"?

1. Tegenover de beginsituatie
2. als onderdeel van de les/training
3. Bij de evaluatie
4. Onder de doelstelling

De didactische werkvormen bepalen hoe je de bewegingsvormen gaat aanbieden.

Op welke 3 manieren kun je didactische werkvormen indelen?

1. Organisatorisch, wijze van aanbieden, volgens beginsituatie
2. Organisatorisch, wijze van aanbieden, ruimte die de lesgever biedt
3. Opdrachtvorm, wijze van aanbieden, ruimte die de lesgever biedt

Didactische werkvormen

Didactische werkvormen

Gesloten vorm

Open vorm

Coachvorm

Spelvorm 

Vrij werken

Opdrachtvorm

Werken in groepen

Klassikaal werken 

Open didactische werkvorm

• Veel vrijheid voor deelnemers om keuzes te maken
• Niet veel vastgelegd
• Docent laat groep meer vrij
• Laten uitproberen

Gesloten didactische werkvorm 

• Trainer heeft regie
• Trainer bepaalt
• Vaak klassikaal 
• Iedereen doet vaak het zelfde
•  Geen vrijheid voor deelnemer om zelf te kiezen
• Veiligheid vaak belangrijk

Met welke doelgroep kies je voor een open didactische werkvorm?

Met welke doelgroep kies je voor een gesloten didactische werkvorm?

En nu?

• Opdracht 4 thema 8
• Werken aan je les methodiek