voeding en gezondheid

deze les:

  • je gaat leren wat het verschil is tussen een voedingsmiddel, voedingsstof en een voedingsvezel
  • je gaat leren wat de schijf van vijf is
  • je gaat leren wat er allemaal in eten zit
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

deze les:

  • je gaat leren wat het verschil is tussen een voedingsmiddel, voedingsstof en een voedingsvezel
  • je gaat leren wat de schijf van vijf is
  • je gaat leren wat er allemaal in eten zit

Slide 1 - Diapositive

wanneer eet je gezond?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Lien

voedingsmiddel?
Alle producten die je eet of drinkt, zijn voedingsmiddelen.
in voedingsmiddelen zitten stoffen die bruikbaar zijn voor ons lichaam, die noemen we voedingsstoffen.

Alle stoffen die wij niet kunnen verteren, noemen we een voedingsvezel. Een voedingsvezel is dus geen voedingsstof!

Slide 4 - Diapositive

voedingsstoffen
voedingsstoffen zijn de bruikbare delen van eten.

  • eiwitten
  • koolhydraten
  • vetten
  • water
  • mineralen
  • vitamines

Slide 5 - Diapositive

waar zitten volgens jou heel veel vitamines in?

Slide 6 - Carte mentale

de docent nummert je van 1 tot en met 6, ga bij je groepje zitten.

met dit groepje zoek je uit:
  • Waar is jouw voedingsstof belangrijk voor?
  • Waar vind je jouw voedingsstof?
  • Moet je veel van jouw voedingsstof binnenkrijgen?

over 10 minuten moet 1 van jullie groepje dit aan de
 klas kunnen vertellen. De docent kiest wie.

groepjes:
  1. eiwitten 
  2. koolhydraten 
  3. vetten 
  4. water 
  5. mineralen 
  6. vitamines

Slide 7 - Diapositive

een voedingsstof is:
A
een stof die in je eten zit
B
een stof die in je eten zit, die je kan verteren
C
een stof die je op kan eten, maar niet kan verteren

Slide 8 - Quiz

een voedingsvezel is:
A
een stof die je niet kan eten, want die is slecht voor je
B
een stof die je kan eten en gebruiken voor energie
C
een stof die je kan eten, maar je nergens voor kan gebruiken

Slide 9 - Quiz

wat doen voedingsstoffen?
voedingsstoffen kunnen de volgende functies hebben in je lichaam:
  • bouwstoffen
  • brandstoffen
  • reservestoffen
  • beschermende stoffen

Slide 10 - Diapositive

bouwstoffen
Bouwstoffen zijn belangrijk voor de groei en ontwikkeling van je lichaam.
Voor herstel bij beschadiging aan je lichaam.
Voor het maken van nieuwe cellen en weefsels.

bevinden zich in:
eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen, vitamines

Slide 11 - Diapositive

branstoffen
leveren energie, wat nodig is voor:
het warmhouden van je lichaam.
alle bewegingen die je maakt.
groei, ontwikkeling en herstel.

bevinden zich in:
eiwitten, koolhydraten, vetten

Slide 12 - Diapositive

reservestoffen
reservestoffen zijn niet direct nodig in je lichaam, maar worden in bepaalde delen van het lichaam opgeslagen tot ze wel nodig zijn. Bijvoorbeeld voor als je aan het sporten bent.


bevinden zich in:
koolhydraten, vetten

Slide 13 - Diapositive

beschermende stoffen
beschermende stoffen zijn stoffen die je nodig hebt om niet ziek te worden. 

Slide 14 - Diapositive