7. Stunde Kap. 2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bye bye 2020

1. fieses: 

2. Für die Tonnen sein: 

3. Mein lieber Schwan: 

4. Die Decke fliegt dir auf den Kopf: 

5. Klopapier: 

6. Zum Tier werden: 

7. Nervig sein: 

8. oh wei: 

9. verpennt: 

10. Dussel keift: 

Korrigiere deine Aufgaben

In der Drivemappe findest du die Antworten der Aufgaben. Sieh sie dir an und korrigiere sie eventuell. 

Lernziele

- Du kannst den Genitiv benutzen. 

Grammatik

2. Fall (Genitiv) (schrijf op)

De tweede naamval krijg je na de volgende voorzetsels: 

(an)statt: in plaats van

trotz: ondanks

während: tijdens, gedurende

wegen: wegens

außerhalb: buiten

innerhalb: binnen

En als......

Grammatik

2. Fall (Genitiv) (schrijf op)

En als je in het Nederlands van de/van het gebruikt, dan gebruik je in het Duits de 2e naamval. 

Bezit: De auto van de man = Das Auto des Mannes*. 

Als iets bij iets anders hoort: De ramen van het huis. Die Fenster des Hauses*. 

* Bij mannelijke/onzijdige woorden komt er een -(e)s achter het zelfstandige vnw. 

Grammatik

2. Fall (Genitiv) (schrijf op)

Pass auf!

Als (geografische)namen gebruikt worden , maar ook bij opa, oma, mama en papa schrijf je alleen een s achter de "naam". 

Voorbeelden: 

De bril van opa ligt op tafel. = Opas Brille liegt auf dem Tisch

Het huis van Emma staat tegenover ons huis. = Emmas Haus steht gegenüber unser Haus. 

Ook zie je steeds meer dat het woord von gebruikt wordt. Let dan wel op dat er een 3e naamval volgt. Bijvoorbeeld: De bril van mijn zus. Die Brille von meiner Schwester. 

Grammatik

Üben

Drivemappe: Duits V4 -> Aufgaben -> Arbeitsblatt Genitiv

+ 

Seite 94 Aufgabe 16

Fertig? 

- Du findest die Fälle noch schwierig: Mache die Aufgaben 11, 12, 13

- Die Fälle klappen schon richtig gut!: Lerne die Wörter dieses Kapitels! 

Hausaufgaben

1. Lies dein Buch. 

2. Lerne die Wörter von Kapitel 2. 

3. Aufgaben (Arbeitsblatt und Aufg. 16) nicht fertig, dann musst du diese auch noch machen.