Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom bij
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
huiswerk bespreken
nieuwe woordraadstrategie
Slide 2 - Diapositive
Na deze les
Aan het eind van deze les:
weet je wat samenstellingen en afleidingen zijn.
kan je woorddelen zoeken in een samenstelling, een afleiding en in een woord uit andere taal
Slide 3 - Diapositive
Huiswerk nakijken
Online Cursus 1 Meer dan lezen § 2 Stappenplan lezen Opdracht 5A
Slide 4 - Diapositive
Een woorddeel zoeken
Je kunt ook op zoek gaan naar een bekend deel van het woord. Bekende woorddelen vind je in samenstellingen, afleidingen en woorden met delen uit een andere taal.
Slide 5 - Diapositive
apps.noordhoff.nl
Slide 6 - Lien
1. Samenstelling
Alle delen (twee of meer) kunnen zelfstandig voorkomen.
Vaak twee zelfstandignaamwoorden.
Slide 7 - Diapositive
Samenstellingen
Voorbeelden
bad+ kamer = badkamer
Sport+artikelen = sportartikelen
laptop+hoes = laptophoes
lol+broek = lolbroek
Slide 8 - Diapositive
2. Afleiding
Een grondwoord vormt de basis en daaraan zijn voor- en/of achtervoegsels toegevoegd.
Woord waarvan niet alle delen zelfstandig kunnen voorkomen.
Verkleinwoorden, meervouden en werkwoordsvervoegingen zijn voorbeelden van afleidingen.
Slide 9 - Diapositive
Afleiding
Voorbeelden
ontbossen
doelloos
Verkleinwoorden = afleiding
boekje --> boek + je
wandelingetje --> wandeling + etje
Slide 10 - Diapositive
Afleiding
Woorden met voorvoegsel
Het voorvoegsel is meestal geen echt woord, maar geeft het kernwoord een andere betekenis.
Bijvoorbeeld:
gebruiken - hergebruiken (herkansen)
bossen - ontbossen (ontgroening)
aardig - onaardig (onacceptabel)
Slide 11 - Diapositive
2. Afleiding
Woorden met achtervoegsels
-loos: waardeloos = zonder waarde
-vol: smaakvol = met veel smaak
-lijks: wekelijks = elke week
-achtig : kinderachtig = een beetje kinderlijk
-lijk, -baar, -heid, -teit, -rijk
Slide 12 - Diapositive
3. Woord uit andere taal
Je kunt ook de betekenis van een woord uit een andere taal gebruiken. Dit heten leenwoorden.
detecteren = to detect (ontdekken/opsporen)
Slide 13 - Diapositive
Samen aan de slag
Cursus 1 Meer dan Lezen
§3 Onbekende woorden
Opdracht 1 op blz. 14 en 15.
Slide 14 - Diapositive
Aan de slag
Cursus 1 Meer dan Lezen
§3 Onbekende woorden
Opdracht 2 en 3 (blz. 16, 17 en 18)
Slide 15 - Diapositive
Vragen?
Zijn er nog vragen over deze les?
Slide 16 - Diapositive
Je weet nu
wat samenstellingen en afleidingen zijn
hoe je woorddelen kunt zoeken in een samenstelling, afleiding en woord