5.1 Decimale getallen

Lesplanning

- §5.1: decimale getallen op de getallenlijn
- §5.1: kommagetallen delen en vermenigvuldigen
- §5.1: de afrondregels 
Zelf aan de slag
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning

- §5.1: decimale getallen op de getallenlijn
- §5.1: kommagetallen delen en vermenigvuldigen
- §5.1: de afrondregels 
Zelf aan de slag

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 5
Rekenen

Slide 2 - Diapositive

Decimale getallen
Decimale getallen zijn getallen met cijfers achter de komma.
1 decimaal
2 decimalen
3 decimalen

Slide 3 - Diapositive

Net als gehele getallen hebben decimale getallen een plek op de getallenlijn
6,3
6,4
6,38
6,38 > 6,3    want    6,3 = 6,30   en   38 > 30
6,38 < 6,4    want    6,4 = 6,40  en   38 < 40

Slide 4 - Diapositive

0,8
3,25
4,75

Slide 5 - Question de remorquage


5
6
5,3
5,8
welk getal ligt precies midden tussen 5,3 en 5,8?
A
5,6
B
5,65
C
5,5
D
5,55

Slide 6 - Quiz

Getalwaardes
Het getal 2325,675 bestaat uit 7 cijfers. 
Elk cijfer kent een waarde. De plaats geeft de waarde aan.


De waarde van 2 is
2 x 1000 = 2000 
duizendtal
De waarde van 3 is
3 x 100 = 300 
honderdtal
De waarde van 2 is
2 x 10 = 20
tiental
De waarde van 5 is
5 x 1 = 5
eenheden
De waarde van 6 is
6 x 0,1 = 0,6
tienden
De waarde van 7 is
7 x 0,01 = 0,07
honderdsten
De waarde van 5 is 
5 x 0,01 = 0,005
duizendsten

Slide 7 - Diapositive

Sleep de juiste waarde naar het cijfer in het getal 2345,67.
2
3
4
7
6
5
Duizendtal
Honderdtal
Tiental
Tienden
Honderdsten
Eenheid

Slide 8 - Question de remorquage

Lees dit voor jezelf door

Slide 9 - Diapositive

Bereken (komma verschuiven)
5,21 x 10 =
timer
1:00
A
521
B
52,1
C
0,521
D
52,10

Slide 10 - Quiz

Bereken (komma verschuiven)
50,21 : 100 =
timer
1:00
A
5021
B
0,05021
C
0,5021
D
502,1

Slide 11 - Quiz

Bij het afronden kijk je altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Bij afronden op 3 decimalen kijk  je naar het 4e decimaal.

Bij afronden op 2 decimalen, kijk je naar het 3e decimaal.

Slide 12 - Diapositive

Rond af op 2 decimalen:

12,5498
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Rond af op 3 decimalen:

9,29432
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Aan de slag:
Maak opgave
4,6,9,10
nakijken en nabespreken

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag:
Maak opgave
11, 13, 15, 17 en 20
huiswerk:
4, 6, 9, 10, 11, 13, 15, 17 en 20

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Weet jij nu waar je op moet letten bij het afronden van een getal?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Slide 19 - Vidéo