4.1 De geslachtsorganen

bs 1.3 metamorfose
Welkom
  • Ga rustig zitten volgens de platte grond
  • Op je tafel: Biologie boek 




1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

bs 1.3 metamorfose
Welkom
  • Ga rustig zitten volgens de platte grond
  • Op je tafel: Biologie boek 




Slide 1 - Diapositive

4.1 Geslachtsorganen
  • Je kunt benoemen welke organen bij het voortplantingsstelsel horen.
  • Je kunt namen van de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw benoemen.
  •  Je kunt primaire geslachtskenmerken noemen/herkennen

Slide 2 - Diapositive

Jongetje of meisje

De lichamelijke kenmerken die het geslacht bepalen, noem je geslachtskenmerken.


Geslacht of sekse

Slide 3 - Diapositive

Geslachtskenmerken: primair en secundair
Primaire geslachtskenmerken:
Aanwezig bij de geboorte:
- schaamlippen, vagina
- penis, balzak


(Primaire betekend als eerste)

Slide 4 - Diapositive

Intersekse
1 baby heeft beide geslachtskenmerken=
Intersekse

Iemand die dus geboren wordt met beide geslachten (man/vrouw)



Slide 5 - Diapositive

Uitwendige geslachtsorganen 

Slide 6 - Diapositive

Vulva
  • Clitoris= gevoeligste plek 
  • Clitoriseikel= zichtbaar vanaf de buitenkant
  • Clitorishoed= zit om de clitoriseikel heen 
  • Buitenste vulvalippen= zijn voor bescherming van de vulva
  • Binnenste vulvalippen= produceren slijm

Tijdens de puberteit gaan de binnenste vulvalippen groeien, ze zijn dan dan vaak groter dan de buitenste vulvalippen. Bij iedereen ziet dit er anders uit

Pubishaar

Slide 7 - Diapositive

De penis
  • Eikel= gevoeligste plek
  • Voorhuid= zit over de eikel heen
  • Balzak= een huidplooi waarin de teelballen zich bevinden

Tijdens de puberteit groeit de penis. Bij iedereen ziet dit er anders uit.
Penis
Balzak
schaamhaar
Voorhuid Met eronder de eikel

Slide 8 - Diapositive

Inwendige onderdelen vrouw
  • Een vrouw heeft een baarmoeder en eierstokken
  • In de eierstokken worden eicellen opgeslagen 
  • Vagina= de kanaal naar de baarmoeder

Eicel = de geslachtscel van de vrouw
Een vrouw wordt geboren met honderdduizend (onrijpe) eicellen

Slide 9 - Diapositive

Wat zien wij hier?
A
balzak en penis
B
clitoris

Slide 10 - Quiz

Clitoris
De clitoris zit niet alleen aan de buitenkant maar ook aan de binnenkant van de vulva

maagdenvlies= een randje weefsel aan het begin van de vagina

(niet iedereen heeft een maagdenvlies)

Slide 11 - Diapositive

Voorplantingsstelsel van de man
Teelballen: Orgaan dat de zaadcellen maakt.
Balzak: Huidplooi waar de teelballen in liggen.
Bijballen: Hier worden de zaadcellen opgeslagen.
Zaadleiders: Vervoeren de zaadcellen.
Zaadblaasjes: Voegt vocht en voedingstoffen toe aan de zaadcellen.
Prostaat: Voegt vocht toe aan de zaadcellen.
Urinebuis: Vervoert Urine uit de blaas naar buiten
Sperma: Zaadcellen + toegevoegd vocht.

Slide 12 - Diapositive

4.1 Wat ga je doen


Maak opdracht 1 tm 6, 4 niet
begrippenlijst maken


Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.

Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.

Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.

Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.

 Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.

Slide 15 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 16 - Question ouverte

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 8
Thema 4, Basisstof 1

Slide 17 - Diapositive