29-06-2020

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Aujourd'hui

• Herhaling grammaire I
• Onderdeel J
• Devoirs
  

Leerdoelen

• Aan het einde van deze les ken ik het alfabet in het Frans. 
• Aan het einde van deze les weet ik hoe ik de weg kan vragen in het Frans.

Welke vormen in de présent gebruik je voor de impératif?

Heb vertrouwen in mij! (tegen je vader)

1. Ayez confiance en moi
2. Ayons confiance en moi
3. Aye confiance en moi
4. Aie confiance en moi

Zeg tegen een toerist: neem lijn 4 richting François Mitterand.

1. Prends la ligne 4 en direction de François Mitterand
2. Prend la ligne 4 en direction de François Mitterand
3. Prenez la ligne 4 en direction de François Mitterand
4. Prenons la ligne 4 en direction de François Mitterand

Laten we deze film kijken!

1. Regardons ce film!
2. Regardez ce film!
3. Regarde ce film!
4. Regardes ce film!

Ga! (tegen je zus)

1. Vais!
2. Va!
3. Allez!
4. Allons!

Vertaal: Pardon, mag ik u iets vragen?

Iemand vraagt aan jou waar de bushalte is en jij zegt: Ga rechtdoor tot de bakker.

Je weet niet welke metro je moet nemen. Hoe vraag je: Welke lijn moet ik nemen?

Vraag waar het station is.

Een toerist vraagt de weg, maar jij wil weten of hij de trein wil nemen en vraagt: Wilt u erheen met de trein?

Alphabet français

Let op de uitspraak van de volgende letters

• E = u
• G = Zjé
• H = Asj
• J = Zji
• W = doeble vee
• X = ieks
• Y = ie-grec
• Z = Zed

Devoirs

• Fais les exercices de J.