H3: Lezen_

Lezen hoofdstuk 3 
Lesdoelen:
> tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden
> samenvattende, vergelijkende en doel-middel verbanden in een tekst herkennen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lezen hoofdstuk 3 
Lesdoelen:
> tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden
> samenvattende, vergelijkende en doel-middel verbanden in een tekst herkennen

Slide 1 - Diapositive

Opfrissen theorie tekstverbanden

Slide 2 - Diapositive


Wat is een tekstverband?

Slide 3 - Question ouverte

Waaraan herken je een tekstverband?

Slide 4 - Question ouverte

Tekstverband

Bij een concluderend verband wordt een conclusie getrokken uit eerdere informatie in de tekst.


Een redengevend verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.


Een oorzakelijk verband toont waardoor iets gebeurt (buiten iemands wil).


Signaalwoorden
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al


omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij

doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

Slide 5 - Diapositive

Julia houdt van zonnen, daarom heeft ze een vakantie naar Spanje geboekt.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
oorzakelijk verband
D
tegenstellend verband

Slide 6 - Quiz

Er brak brand uit in het stadion, waardoor de wedstrijd niet kon doorgaan.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
oorzakelijk verband
D
vergelijkend verband

Slide 7 - Quiz

Uitleg nieuwe theorie

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

H2: Tekstverband

Bij een concluderend verband wordt een conclusie getrokken uit eerdere informatie in de tekst.


Een redengevend verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.


Een oorzakelijk verband toont waardoor iets gebeurt (buiten iemands wil).


Signaalwoorden
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al


omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij

doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

Slide 10 - Diapositive

H3: Tekstverband

Een doel-middelverband geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.

Signaalwoorden


opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van



Slide 11 - Diapositive

Doel-middelverband
De bezorger heeft de bakfiets nodig om de maaltijden te bezorgen.
Doel = maaltijden bezorgen
Middel = bakfiets

Slide 12 - Diapositive

H3: Tekstverband

Een vergelijkend verband laat een verschil of een overeenkomst zien.

Signaalwoorden


in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals – ook de vergrotende trap: meer / groter / beter enz. dan


Haar auto is groter dan mijn auto.

Slide 13 - Diapositive

Vergelijkend verband
Die jongen uit de eerste klas is een kop groter dan die jongen uit de tweede klas.
Het verschil tussen de twee jongens is de grootte, de ene jongen is een kop groter dan de andere jongen.

Slide 14 - Diapositive

H3: Tekstverband

Bij een samenvattend verband wordt een verkorte weergave van informatie uit de tekst gegeven.


Signaalwoorden


kortom, samengevat, met andere woorden, al met al

Kortom, door de hoge energiekosten hebben we allemaal de verwarming een graadje lager gezet.

Slide 15 - Diapositive

Samenvattend verband
De uitvinder houdt zijn octrooi. 'Het is onzin dat iedereen een beschuit met een inkeping had kunnen bedenken. Dat het moeilijk is om beschuit uit de rol te krijgen, was al lang bekend, maar voor mijn uitvinding zijn bakkers nooit op deze oplossing gekomen', aldus Tempels. Al met al is hij content met de uitspraak.
Middel = bakfiets

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
1) Samen lezen tekst 1, blz. 73
Nibud: ouders geven pubers te weinig financiële verantwoordelijkheid
2) Schrijf in je schrift van elke alinea in een paar woorden op waar de alinea over gaat
3) Maak Lezen H3_opdracht 1, blz. 72, in je schrift
Klaar?
Werken aan je boekopdracht. Plan ook een moment
in om je interview te oefenen.

Slide 17 - Diapositive