Ivio-Oefenvragen (Politiek deel 1)

Ivio-Oefenvragen 
(Bij verkiezingen gaan stemmen)
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ivio-Oefenvragen 
(Bij verkiezingen gaan stemmen)

Slide 1 - Diapositive

Instructie
Je krijgt de komende slides oefen vragen.
Deze oefenvragen *kunnen lijken op de vragen tijdens het examen.

Slide 2 - Diapositive

belangrijkste taken van het parlement

Slide 3 - Diapositive

Wat is een van de belangrijkste taken van het parlement?
A
Het organiseren van sportevenementen
B
Het maken van wetten
C
Het beheren van scholen
D
Het leiden van bedrijven

Slide 4 - Quiz

Wat doet het parlement om de regering te controleren?
A
Het organiseren van verkiezingen
B
Het schrijven van boeken
C
Het houden van debatten en het stellen van vragen
D
Het bouwen van huizen

Slide 5 - Quiz

Hoe kan het parlement invloed uitoefenen op de regering?
A
Door het organiseren van feesten
B
Door het maken van tv-programma's
C
Door het geven van cadeaus
D
Door het stemmen over wetsvoorstellen

Slide 6 - Quiz

Voorbeelden van de belangrijkste taken van de regering

Slide 7 - Diapositive

Wat is een van de belangrijkste taken van de regering?
A
Het maken van wetten
B
Het leiden van bedrijven
C
Het organiseren van concerten
D
Het schrijven van romans

Slide 8 - Quiz

Hoe zorgt de regering voor de veiligheid van het land?
A
Door het beheren van de politie en het leger
B
Door het bouwen van scholen
C
Door het maken van films
D
Door het organiseren van sportevenementen

Slide 9 - Quiz

Wat doet de regering om de economie te stimuleren?
A
Het organiseren van feesten
B
Het geven van belastingvoordelen
C
Het schrijven van boeken
D
Het schrijven van bekeuringen

Slide 10 - Quiz

De rol van de koning in Nederland

Slide 11 - Diapositive

Wat is een van de taken van de koning in Nederland?
A
Het leiden van bedrijven
B
Het organiseren van etentjes
C
Het maken van wetten
D
Het ondertekenen van wetten

Slide 12 - Quiz

Hoe vertegenwoordigt de koning Nederland in het buitenland?
A
Door het schrijven van boeken
B
Door het organiseren van verjaardagen
C
Door het geven van interviews
D
Door het bezoeken van andere landen

Slide 13 - Quiz

Wat doet de koning tijdens Prinsjesdag?
A
Het maken van tv-programma's
B
Bezoeken van een stad voor zijn verjaardag
C
Het voorlezen van de Troonrede
D
In de koets zich laten zien aan het land

Slide 14 - Quiz

verkiezingen in Nederland 

Slide 15 - Diapositive

Op wie stemmen mensen bij verkiezingen in Nederland?
A
Op sporters
B
Op politieke partijen
C
Op de koning/koningin
D
Op personen (1 iemand wint)

Slide 16 - Quiz

Wat is het doel van stemmen op politieke partijen?
A
Het kiezen van vertegenwoordigers in het parlement
B
Het kiezen van de beste gemeenteraadslid
C
Om de invloed van buitenlandse regeringen te versterken
D
Om de belastingtarieven te verlagen

Slide 17 - Quiz

Hoeveel politieke partijen kunnen mensen kiezen bij verkiezingen
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz