Aardrijkskunde debat groep 8

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 8

Aardrijkskunde

Debat

Wat gaan we vandaag doen?

• Lesdoelen
• Wat is een debat?
• Stellingen
• Voorbereiding
• In debat!
• Afsluiting

Doelen 

• Ik kan een debat voeren. 
• Ik kan argumenten bedenken voor + tegen een stelling. 
• Ik kan kritisch luisteren. 

Wat is een debat?

• Discussie met regels/afspraken
• 2 partijen:  voor <-> tegen
• Stelling
• Jury overtuigen d.m.v. argumenten

Basisregels voor een goed debat.

• Het debat gaat over een duidelijk onderwerp; de stelling 
• De teams verdedigen niet hun eigen mening, maar de stelling 
• Respect voor de mening/argumenten van de ander
• Geef duidelijke argumenten 
• De debatleider geeft aan wie mag praten. 
• Respect voor het jury oordeel.

Stelling 1

"Bij rampen zijn dieren even belangrijk om te redden als mensen."

Stelling 2

"Er moet meer geld worden vrijgemaakt om klimaatverandering tegen te gaan."

Stelling kiezen

Stelling 1: "Bij rampen zijn dieren even belangrijk om te redden als mensen."

Stelling 2: "Er moet meer geld worden vrijgemaakt om klimaatverandering tegen te gaan."

De verschillende rollen

• 1 groep voorstanders 
• 1 groep tegenstanders 
• 3 jury leden 
• 1 debatleider

Voorstanders

- Geven argumenten voor de stelling. 

5 kinderen

Tegenstanders

- Geven argumenten tegen de stelling.

5 kinderen

Juryleden

Letten op:

- Hebben de sprekers goede argumenten gegeven?

- Hebben de sprekers gereageerd op de tegenstanders?

- Hebben de sprekers jou overtuigd?

Alle kinderen die niet aan de beurt zijn met debatteren.

Debatleider

• Vertelt kort iets over de stelling -> opent het debat
• Geeft beurten
• Houdt de tijd bij
• Rondt het debat af

1 iemand uit de groep die niet aan de beurt is met debatteren. 

Kritisch luisteren

Je luistert goed naar de argumenten van de andere groep sprekers.

Jullie reageren straks namelijk op deze argumenten.

Argumenten

• Een argument is een reden waarom je iets vindt.
• Een sterk argument is gebaseerd op een feit. 
• Feiten zijn waar en kun je controleren.
• Een argument kan ook gebaseerd zijn op een mening.
• Meningen kunnen verschillen. 

Aan de slag

• Je gaat argumenten bedenken voor of tegen de stelling.

 - Bedenk minstens allemaal 1 argument. Schrijf deze op!

- Je mag je laptop hier voor gebruiken.

- Maak duidelijke afspraken met je groepsgenoten.

Opening debat

1. De debatleider geeft aan over welke stelling we debatteren.

2. De debatleider geeft aan welke groep er gaat starten.

De sprekers beginnen als volgt:

•  Ik ben voor/ tegen de stelling  (je noemt de stelling)
• Je geeft een argument: omdat...

Verloop debat

Plaats in de klas: Rechterkant lokaal= voor de stelling

                                     Linkerkant= tegen de stelling

1. De voorstanders geven allemaal een argument.

2. De tegenstanders geven allemaal een argument.

3. Reageren op de argumenten van elkaar.

Afspraken voor het debat

• We zijn stil als een ander aan het woord is.
• We praten pas als de debatleider ons de beurt geeft (je gaat dan staan) 
• We luisteren kritsch naar elkaar.
• De sprekers krijgen evenveel spreektijd.

Het debat

1. De opening door de debatleider.

2. Voorstanders geven ieder een argument. 

3. De tegenstanders geven ieder een argument.

4. De groepen reageren op de argumenten van de ander.

De tops en tip

De jury geeft:

- Een top

- Een tip

- Een top

1.Argumenten

2. Gereageerd op

tegenstanders?

3. Overtuigend?

Zelfevaluatie

Terugblik lesdoelen

• Ik kan een mini-debat voeren.
  
• Ik kan argumenten bedenken voor + tegen een stelling.
  
• Ik kan kritisch luisteren.