Rekenen blok 1

• Wiskunde
• Basisschool
• Groep 1,8

Rekenen blok 1

Je kunt schattend rekenen op een handige manier

Je snapt de verschillen tussen breuken en kommagetallen

Je kunt percentages naar verhoudingen omzetten en andersom

Je kunt een grafiek aflezen en daarover vragen beantwoorden

BRON 1

Je gaat met één vriendin naar Feyenoord-Ajax op de Oosttribune en koopt een etui. Hoeveel geld kost dat?

1. 40
2. 50
3. 60
4. 70

Je gaat met drie personen op rij 24 zitten en jullie kopen allemaal een pet. Hoeveel geld kost dat?

1. 115
2. 125
3. 135
4. 145

Joost koopt een ticket voor vak C en een sporttas. Hij betaalt met 100,- euro. Hoeveel geld houdt hij over?

1. 20
2. 30
3. 40
4. 50

Mieke koopt een ticket voor vak B, een pet en een vaantje. Ze betaalt met 100,- euro. Hoeveel houdt ze over?

1. 20
2. 30
3. 40
4. 50

Hero koopt 5 shirtjes en twee tickets voor vak B. Hij betaalt met 200,- euro. Hoeveel houdt hij over?

1. niks
2. 10
3. 20
4. 30

BRON 2

Wie kwam er als eerste aan?

1. Suus
2. Anton

Hoeveel kilometer was de fietstocht?

Hoeveel minuten heeft Anton erover gedaan?

Hoeveel minuten heeft Suus pauze genomen?

Na hoeveel minuten heeft Anton zijn eerste pauze genomen?

Hoeveel kilometer voorsprong had Suus na 35 minuten?

Na hoeveel minuten heeft Anton voor de tweede keer pauze genomen?

BRON 3

Vul de juiste volgorde in van de eerste rij.

1. 1, 2, 3, 4
2. 3, 1, 2, 4
3. 3, 4, 2, 1
4. 1, 3, 4, 2

Vul de juiste volgorde in van de tweede rij.

1. 1, 2, 3, 4
2. 3, 1, 2, 4
3. 3, 4, 1, 2
4. 1, 3, 4, 2

Vul de juiste volgorde in van de derde rij.

1. 1, 2, 3, 4
2. 3, 1, 2, 4
3. 1, 4, 2, 3
4. 1, 3, 4, 2

Vul de juiste volgorde in van de vierde rij.

1. 4, 1, 2, 3
2. 4, 2, 1, 3
3. 3, 4, 2, 1
4. 4, 3, 2, 1

Vul de juiste volgorde in van de vijfde rij.

1. 1, 2, 3, 4
2. 3, 1, 2, 4
3. 3, 4, 2, 1
4. 3, 2, 1, 4

Vul de juiste volgorde in van de zesde rij.

1. 1, 2, 3, 4
2. 4, 2, 1, 3
3. 4, 1, 3, 2
4. 4, 3, 2, 1

Laatste vragen

Welk kommagetal hoort er bij de breuk: 1/5

1. 0,2
2. 0,20
3. 0,200
4. 0,125

Welk kommagetal hoort bij deze breuk:
1
---
7

1. 0,7
2. 0,700
3. 0,75
4. 1,7

Welk kommagetal hoort bij deze breuk:
3
---
10

1. 0,3
2. 0,03
3. 3,0
4. 3,10

Welk kommagetal hoort bij deze breuk:
9
---
100

1. 90,0
2. 9,100
3. 0,09
4. 0,9

De breuk 1/4 hoort bij het kommagetal...

1. 0,5
2. 0,25
3. 0,33
4. 0,2

De breuk 1/8 hoort bij het kommagetal...

1. 0,125
2. 0,1
3. 0,2
4. 0,25

De breuk 1/3 hoort bij het kommagetal...

1. 0,33
2. 0,3
3. 0,25
4. 0,30

De breuk 1/5 hoort bij het kommagetal...

1. 0,2
2. 0,20
3. 0,200
4. 0,125

KLAAR!!

Je gaat verder oefenen met Pluspunt op de iPad.