Herhalen transport

Welkom bij.. 
Herhalen thema 6, transport
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij.. 
Herhalen thema 6, transport

Slide 1 - Diapositive

Waaruit bestaat bloed

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Waar wordt bloedcellen gevormd?
A
Witte beenmerg
B
Gele beenmerg
C
Rode beenmerg
D
Lever

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Wat kan bloed allemaal vervoeren?
A
Koolstofdioxide
B
Vitamine en mineralen
C
Zuurstof
D
Al het bovenstaande

Slide 6 - Quiz

De dubbele bloedsomloop

Slide 7 - Diapositive

1. Doel van de kleine bloedsomloop
2. Route kleine bloedsomloop
3. Doel van de grote bloedsomloop
4. Route grote bloedsomloop
5. Wat versta je onder gaswisseling?
6. Waar vindt gaswisseling plaats?
Vragen

Slide 8 - Diapositive

1. Doel van de kleine bloedsomloop
2. Route kleine bloedsomloop
3. Doel van de grote bloedsomloop
4. Route grote bloedsomloop
5. Wat versta je onder gaswisseling?
6. Waar vindt gaswisseling plaats?
Vragen
1. Zuurstof uit de longen ophalen
2. Rechterkamer - longen - Linkerboezem
3. Zuurstof naar alle organen brengen
4. Linkerkamer - organen - rechterboezem
5. Het wisselen van gassen
6. In de longen en bij alle andere cellen bij de organen
Antwoorden

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Er bestaan dieren met een enkele bloedsomloop
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Het hart

Slide 12 - Diapositive

Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Kransslagader
Kransader
Aorta
Longslagader
Longader
Linkerkamer
Rechterkamer
Halve-maanvormige-kleppen

Slide 13 - Question de remorquage

Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader
Linkerkamer
Rechterkamer
Halve-maanvormige-kleppen
Linkerboezem
Rechter-boezem
Hartklep
Tussenwand

Slide 14 - Question de remorquage

Als de kamers samentrekken gaat het bloed naar...
A
De longader en aorta
B
De longslagader en de aorta
C
De longslagader en longader
D
De aorta en onderste holle ader

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Wat voor een nut hebben de hartkleppen en halvemaanvormige kleppen?

Slide 17 - Question ouverte

Bloedvaten

Slide 18 - Diapositive

Wat weet je over?
Slagaders

Slide 19 - Carte mentale

Vragen
  1. Waar is de bloeddruk het hoogst?
  2. Waar is de bloeddruk het laagst?
  3. Door welk bloedvat kan gas wisselen en kunnen witte bloedcellen?
  4. Welk bloedvat bevat kleppen?
  5. Bloed gaat van je pink naar je schouder, welk bloedvat is dit...?
  6. Wat is de functie van kleppen?

Slide 20 - Diapositive

Een slagader heeft als kenmerk dat hij elastisch is. Wat zal er gebeuren als hij niet meer elastisch is?
A
Hij kan gaan scheuren
B
Hij zal een omleiding maken
C
Er zal niks gebeuren

Slide 21 - Quiz

Welk bloedvat heeft de laagste bloeddruk?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Ze hebben allemaal dezelfde druk

Slide 22 - Quiz

Bloedvatenstelsel

Slide 23 - Diapositive

Een bloedvat wat naar het hart toe gaat is altijd een?

Slide 24 - Question ouverte

Bij weefsels liggen haarvaten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Hoe heet deel 1?

Slide 26 - Diapositive

Hoe heet deel 1

Slide 27 - Question ouverte

Hoe heet deel 5?

Slide 28 - Diapositive

Hoe heet deel 5

Slide 29 - Question ouverte

Hoe heet deel 9?

Slide 30 - Diapositive

Hoe heet deel 9

Slide 31 - Question ouverte

Hoe heet deel 20?

Slide 32 - Diapositive

Hoe heet deel 20

Slide 33 - Question ouverte

Welk bloedvat heeft de meeste wisselingen qua voedingsstoffen?
A
Kransslagader
B
Darmslagader
C
Poortader
D
Onderste holle ader

Slide 34 - Quiz

Hart- en vaatziekten

Slide 35 - Diapositive

Als er een te hoge druk in je slagader is dan noem je dit?

Slide 36 - Question ouverte

Hiernaast zie je het hart, waar zit de vernauwing?
A
Aorta
B
Linkerkamer
C
Kransslagader
D
Kransader

Slide 37 - Quiz

Wat kan je krijgen door een vernauwing in een kransslagader?

Slide 38 - Question ouverte

Bij een hartritmestoornis klopt het hart niet constant. Wat voor een gevolg kan dit hebben?

Slide 39 - Question ouverte

Hoe kan je hart- en vaatziekten voorkomen?
Voorkomen

Slide 40 - Carte mentale

Weefselvloeistof en lymfe

Slide 41 - Diapositive

Weefselvloeistof, lymfe en bloedplasma is eigenlijk hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quiz

Rode bloedcellen kunnen door haarvaten heen het weefsel in
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quiz

Witte bloedcellen kunnen door haarvaten heen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quiz

Hoe heeft de vloeistof die in de lymfevaten zit?

Slide 45 - Question ouverte

Lymfeknopen zuiveren het bloed en witte bloedcellen worden 'getraind'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quiz

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Sondage

Tips?

Slide 48 - Carte mentale