A3c lezen H6 week 11

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Lezen

Lesdoelen vandaag:

Ik kan / weet:

• de betekenis van veel voorkomende functiewoorden.
• de functie van (sommige) alinea's in een tekst benoemen.

Wat is een verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?

1. functiewoord geeft een verband aan, signaalwoord niet
2. functiewoord staat niet altijd in de tekst, signaalwoord wel
3. er is geen verschil
4. er zijn veel minder functiewoorden dan signaalwoorden

"stelling", "argumenten", "tegenargumenten", "aanbeveling" en "samenvatting" zijn voorbeelden van....

1. signaalwoorden
2. verbindingswoorden
3. kernwoorden
4. functiewoorden

Functiewoorden vorige week

Aanbeveling, probleemstelling, tegenwerping, uitwerking, verklaring en weerlegging.

https:

Nieuwe functiewoorden

• aanleiding, afweging, anekdote, constatering, nuancering en vraagstelling. 

Vul de juiste functie van elke alinea in.

Kies uit: aanbeveling, nuancering, verklaring 1, verklaring 2 en verschijnsel.

alinea	Functie
1.
2.
3.
4.
5.

Antwoorden

alinea	Functie
1.	verschijnsel
2.	verklaring 1
3.	verklaring 2
4.	nuancering
5.	aanbeveling

Welke functie
heeft
deze tekst?

1. aanleiding
2. anekdote
3. constatering
4. nuancering

Welke functie
heeft deze tekst?

1. nuancering
2. aanleiding
3. vraagstelling
4. anekdote

Welke functie heeft
deze tekst?

1. anekdote
2. aanleiding
3. constatering
4. vraagstelling

Welke functie heeft
deze tekst?

1. aanleidign
2. afweging
3. nuancering
4. vraagstelling

Opdracht maken

We maken nu opdracht 2 op blz. 172-173.

Als je deze af hebt, lever je dit in via Teams - opdrachten. 

Dit geldt voor iedereen, dus voor degenen die op school zijn en degenen die vanuit huis de les volgen.

Degenen die thuis de les volgen, mogen nu de online les verlaten en aan de slag gaan met de opdracht. Om 14.20 uur komen jullie weer terug in de online les.

Functiewoorden. Wat is een nuancering?

1. Geeft een verfijning in de uitleg of zwakt een standpunt iets af
2. Legt uit waarom iemand iets doet of vindt
3. doet een uitspraak die logisch voortvloeit uit eerder gevolgde redeneringen
4. stemt met iets in, als aan een bepaalde voorwaarde is voldaan

Functiewoorden.
Wat is een aanbeveling?

1. Een omschrijving van een probleem.
2. Een goede raad.
3. Een reactie op een bepaalde mening.
4. Een uitleg van een verschijnsel.

Functiewoorden.
Wat is een tegenwerping?

1. Een omschrijving van een probleem.
2. Een goede raad.
3. Een reactie op een bepaalde mening.
4. Een uitleg van een verschijnsel.

Wat doen functiewoorden?

1. Die geven aan wat een schrijver wil doen met een alinea.
2. Die geven aan wat de betekenis is van de alinea.
3. Die geven aan wat de schrijver bedoelt.
4. Die geven aan waar je belangrijke informatie kan vinden.

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?

1. :)
2. :|
3. :(

Huiswerk

Lezen H6, blz. 170 t/m 177

maken opdracht 2

Inleveren vrijdag 19-03