herhaling en hier woon ik, mijn dag

herhaling en hier woon ik
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 200 min

Éléments de cette leçon

herhaling en hier woon ik

Slide 1 - Diapositive

Antwoord met ja of nee
Is dit de kam?
Ja, dit is de kam.


Is dit de kat?
Nee, dit is de kan.

Slide 2 - Diapositive

Is dit de kan?

Slide 3 - Question ouverte

Is dit de man?

Slide 4 - Question ouverte

Is dit de boot?

Slide 5 - Question ouverte

Is dit de pan?

Slide 6 - Question ouverte

Is dit het pak?

Slide 7 - Question ouverte

Is dit de boon?

Slide 8 - Question ouverte

De wc is ...
A
vis
B
vies
C
vier
D
veis

Slide 9 - Quiz

Welke kleur is dit?
A
rood
B
rod
C
geel
D
gel

Slide 10 - Quiz

Ik ...
A
ziet
B
zitt
C
zitten
D
zit

Slide 11 - Quiz

Welke kleur is dit?
A
geel
B
gelb
C
gel
D
glee

Slide 12 - Quiz

Wat is dit?
Dit is een ...
A
teen
B
kin
C
lip
D
voet

Slide 13 - Quiz

Wat is dit?
Dit is een ...
A
mond
B
kin
C
lach
D
neus

Slide 14 - Quiz

Wat is dit?
Dit is een ...
A
mond
B
lip
C
kin
D
kies

Slide 15 - Quiz

Een auto is heel ...
A
dur
B
druu
C
buur
D
duur

Slide 16 - Quiz

Wat is dit?
Dit is een ...
A
koek
B
bloem
C
boek
D
bon

Slide 17 - Quiz

bel
mens
pet
kop

Slide 18 - Question de remorquage

teen
hek
fles
munt

Slide 19 - Question de remorquage

bus
mus
kus
want

Slide 20 - Question de remorquage

bloes
lip
kip
pil

Slide 21 - Question de remorquage

rug
been
mond
keel

Slide 22 - Question de remorquage

kaas
kool
rook
naam

Slide 23 - Question de remorquage

kan
man
laars
pak

Slide 24 - Question de remorquage

bloem
soep
koek
koe

Slide 25 - Question de remorquage

1
5
8
4
17
11
3
14
7
20
vier
zeven
één
twintig
drie
veertien
acht
zeventien
vijf
elf

Slide 26 - Question de remorquage

19
2
12
9
15
10
6
13
18
16
dertien
achttien
tien
zestien
zes
negen
twaalf
vijftien
twee
negentien

Slide 27 - Question de remorquage

Draai het wiel.
Schrijf het getal op in je schrift.

Slide 28 - Diapositive

Is dit een kat?

Slide 29 - Question ouverte

de ochtend
meervoud: de ochtenden

Het eerste deel van de dag, tot twaalf uur .

Ook: de morgen

Slide 30 - Diapositive

wanneer
in de ochtend
in de middag
in de avond
in de nacht

in de = 's
's ochtends               's avonds
's middags                's nachts

Slide 31 - Diapositive

de middag
meervoud: de middagen

Het deel van de dag tussen de ochtend en de avond.

Slide 32 - Diapositive

's avonds
  • in/tijdens de avond
  • dagdeel van 18.00 - 00.00 uur
  • zin: Ik drink 's avonds altijd thee.
  • zin: 's Avonds is het donker. 

Slide 33 - Diapositive

's avonds (de avond)
18:00 uur tot 00:00 uur
's Avonds is het avondeten.

Slide 34 - Diapositive

's nachts
  • in de nacht
  • van 0.00 - 7.00 uur
  • zin: Ik droom 's nachts. 

Slide 35 - Diapositive

dag
nacht

Slide 36 - Diapositive

boodschappen

Slide 37 - Diapositive

aankleden
koken

Slide 38 - Diapositive

werken
meenemen

Slide 39 - Diapositive

Opdrachten maken

Slide 40 - Diapositive

dobbelsteen
1. lichaam
2. huis
3. school
4. getal
5. klokkijken
6. tegenstelling

Slide 41 - Diapositive

Noem 2 woorden die je vandaag hebt geleerd.
Magaca 2 kelmadood oo aad maanta baratay.
ሎሚ ዝተማሃርካየን 2 ቃላት ስመያ።
قم بتسمية كلمتين تعلمتهما اليوم.

Slide 42 - Carte mentale

Ik vond deze les...
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Sondage