20230510 BU VEPL422AH niveau 4 leerjaar 1 2.2

BURGERSCHAP

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

BURGERSCHAP

Slide 1 - Diapositive

BURGERSCHAP: Kies 4

https://www.bol.com/nl/nl/p/kies-4/9200000037405467/  

Thema 1 De multiculturele samenleving
Thema 2 Verkiezingen
Thema 3 Gedrag en veiligheid
Thema 4 Aan het werk
Thema 5 Media en consumeren
Thema 6 Wereldburgerschap




Slide 2 - Diapositive

Planning VEPL422AH
Thema 2 Verkiezingen:

  • Woensdag 15-03-2023 2.1: Democratie
  • Woensdag 10-05-2023: 2.2: Stemmen 
  • Woensdag 17-05-2023: 2.3: Na de verkiezingen
  • Woensdag 24-05-2023: 2.4: Politiek aan het werk
  • Woensdag 31-05-2023: TOETS thema 2









Slide 3 - Diapositive

timer
20:00

Slide 4 - Diapositive

Terugblik op les: 
2.1: Democratie

Slide 5 - Diapositive

2.1: democratie

Slide 6 - Diapositive

2.1: democratie

Slide 7 - Diapositive

2.1

Slide 8 - Diapositive

Hoe werkt de democratie in de provincie?

Slide 9 - Diapositive

2.1: 
Democratie

Slide 10 - Diapositive

2.1: Democratie
Provinciale Staten (PS) Wetgevende macht
  • Hoogste macht provincie
  • Rechtstreeks gekozen elke 4 jaar door de burger ( 18+ en niet uitgesloten)

Gedeputeerde Staten (GS) Uitvoerende macht
  • Leden GS benoemd door Provinciale Staten.
  • Dagelijks bestuur van de provincie.
  • Commissaris v.d. Koning:
Benoemd voor 6 jaar
Lid en voorzitter Gedeputeerde Staten
Voorzitter Provinciale Staten


Slide 11 - Diapositive

timer
20:00

Slide 12 - Diapositive

2.2: Stemmen

Slide 13 - Diapositive

Lesdoelen: 2.2: Stemmen

Kiesrecht: Het recht om te stemmen tijdens de verkiezingen en je verkiesbaar te stellen.

Verkiezingscampagne: De periode voorafgaand aan de verkiezingen waarin politieke partijen zo veel mogelijk kiezers voor zich proberen te winnen. 

Verkiezingsprogramma: Een overzicht van de standpunten van een politieke partij.

Lijsttrekker: De persoon die bovenaan de kandidatenlijst van een politieke partij staat en de verkiezingscampagne leidt.

Zwevende kiezer: Een kiezer die geen vaste voorkeur heeft voor een politieke partij.



Slide 14 - Diapositive

Lesdoelen: 2.2: Stemmen
Linkse politiek: politiek met het uitgangspunt van gelijkheid. De overheid is wat groter, de rijken betalen meer belasting, er zijn uitkeringen en sommige dingen zijn goedkoper voor de armeren. 

Rechtse politiek: politiek met het uitgangspunt van vrijheid. De overheid is wat kleiner, iedereen betaald even veel belasting, er zijn geen en armoede los je op door te werken. 

Progressief: De opvatting om de samenleving te verbeteren door te vernieuwen.

Conservatief: De opvatting die opkomt voor de belangen van een bepaalde groep mensen.


Slide 15 - Diapositive

2.2: Stemmen:

Hoe ziet het straatbeeld er uit tijdens verkiezingstijd?

Slide 16 - Diapositive

2.2: Stemmen:

Stembiljet:

Slide 17 - Diapositive

10-05 Zelfwerktijd
Les 2.2: pagina 70-80
(ook de startopdracht EN de kernopdracht).

Herkansingstoets thema 3:
Joni, Janneke en Julia.

timer
45:00

Slide 18 - Diapositive

2.2: Stemmen

Slide 19 - Diapositive

Terugblik: 2.2: Stemmen

Kiesrecht: Het recht om te stemmen tijdens de verkiezingen en je verkiesbaar te stellen.
Verkiezingscampagne: De periode voorafgaand aan de verkiezingen waarin politieke partijen zo veel mogelijk kiezers voor zich proberen te winnen. 
Verkiezingsprogramma: Een overzicht van de standpunten van een politieke partij.
Lijsttrekker: De persoon die bovenaan de kandidatenlijst van een politieke partij staat en de verkiezingscampagne leidt.
Zwevende kiezer: Een kiezer die geen vaste voorkeur heeft voor een politieke partij.

Linkse politiek: politiek met het uitgangspunt van gelijkheid. De overheid is wat groter, de rijken betalen meer belasting, er zijn uitkeringen en sommige dingen zijn goedkoper voor de armeren.

Rechtse politiek: politiek met het uitgangspunt van vrijheid. De overheid is wat kleiner, iedereen betaald even veel belasting, er zijn geen en armoede los je op door te werken.

Progressief: De opvatting om de samenleving te verbeteren door te vernieuwen.
Conservatief: De opvatting die opkomt voor de belangen van een bepaalde groep mensen.


Slide 20 - Diapositive