Britse Rijk 1.2 online 1

1.2 India als trots van het Britse Rijk
HC Britse Rijk  1585 - 1900
les 1 - 'Handelsmonopolie voor de Britten t/m Het verdrag van Allahabad
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.2 India als trots van het Britse Rijk
HC Britse Rijk  1585 - 1900
les 1 - 'Handelsmonopolie voor de Britten t/m Het verdrag van Allahabad

Slide 1 - Diapositive

1.2 India als trots van het Britse Rijk
HC Britse Rijk  1585 - 1900
les 1
Waardoor werd India in de negentiende eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?

Slide 2 - Diapositive

1. Welke voordelen had het Britse handelsmonopolie in India voor de Britse handelaren, Indiase bevolking en de Indiase vorsten?

2. Wat was de Britse handelswijze in India in de zeventiende eeuw, met factorijen en bania’s en waarom pakten de Britten het zo aan?
3. Hoe verliep de ontwikkeling van de positie van Indiase handelsproducten in de wereldeconomie van de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw?
4. Waarom betekende het Verdrag van Allahabad het einde van de invloed van de Mogolvorsten op het bestuur van India?







Leerdoelen
les 1

Slide 3 - Diapositive

Tijdvak 6 Regenten en vorsten
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

Tijdvak 7
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

Tijdvak 8 Burgers en stoommachines
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
34 De opkomst van emancipatiebewegingen.



Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij dit deel van de paragraaf

Slide 4 - Diapositive

Tijdvak 6 Regenten en vorsten
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

Tijdvak 7
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

Tijdvak 8 Burgers en stoommachines
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
34 De opkomst van emancipatiebewegingen.



Kenmerkende aspecten

Slide 5 - Diapositive

‘Ik heb aan alle koninkrijken en havens in mijn rijken opdracht gegeven alle handelaren van de Engelse Natie te ontvangen als onderdanen van mijn vriend; dat in elke plaats waar zij verkiezen te leven zij volledige vrijheid genieten zonder beperkingen; en in welke haven zij ook zullen arriveren noch Portugal noch enig ander land het zal wagen hun rust te molesteren; en in welke stad zij resideren, ik heb aan al mijn gouverneurs en kapiteins de opdracht gegeven de Engelsen alle vrijheid te geven die ze wensen; te verkopen, kopen en transporteren naar hun land wat zij maar wensen. Ter bevestiging van onze liefde en vriendschap wens ik dat Uwe Majesteit aan zijn kooplieden opdracht geeft in hun schepen allerhande soorten rariteiten en rijke goederen mee te nemen die geschikt zijn voor mijn paleis; en dat het u behaagt mij uw koninklijke brieven te sturen bij elke gelegenheid, dat ik mij mag verheugen in uw goede gezondheid en voorspoedige zaken; dat onze vriendschap wederzijds en eeuwigdurend moge zijn.’
Maak met een citaat uit de brief van Djehangir (bron 23) duidelijk welk voordeel de Mogolvorsten hadden bij de handelsbetrek-kingen met Engeland.

Slide 6 - Diapositive

Waarom wilden Europeanen zo graag handelsmonopolies krijgen in nieuw ontdekte gebieden?

Slide 7 - Question ouverte

Het Britse leger hielp de Mogolvorsten vaak, bijvoorbeeld bij het beschermen van de grenzen van hun rijk. Ook als twee Indiase vorsten onderling de strijd aangingen, waren Britten vaak bereid een van beide vorsten te steunen.
 

Bedenk een motief voor de Britten om te helpen bij de bescherming van de grenzen van het Mogolrijk.
antwoord
Omdat de Britten hiermee mogelijke concurrenten tegenwerkten en omdat ze bij een vervanging van de machthebbers in India nog maar moesten afwachten of de handelsvoorwaarden zo gunstig voor hen zouden blijven.

Slide 8 - Diapositive

Het Britse leger hielp de Mogolvorsten vaak, bijvoorbeeld bij het beschermen van de grenzen van hun rijk. Ook als twee Indiase vorsten onderling de strijd aangingen, waren Britten vaak bereid een van beide vorsten te steunen.

Bedenk een motief voor de Britten om partij te kiezen in conflicten tussen Indiase vorsten
antwoord
De Britten namen graag een positie in om daarmee de vorsten aan zich te binden. Een vorst die met hulp van de Britten een conflict had gewonnen, was de Britten daarmee wel iets verschuldigd.

Slide 9 - Diapositive

Wat zie je hier?
A
factorij
B
katoenplantage
C
handelspost
D
verdedigingsfort

Slide 10 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de toenemende vraag naar katoen in Engeland?
A
De mooie stoffen uit India werden een statussymbool voor Europese rijke families.
B
Katoen was veel zachter om te dragen en prettiger om kleding van te maken dan de stoffen die eerder in Europa werden gedragen.
C
De industriële revolutie had steeds meer katoen nodig.
D
De bevolkingsgroei in Europa

Slide 11 - Quiz

In dit schilderij is veel nadruk gelegd op de prachtige stoffen waarvan de kleding van de vrouw is gemaakt.Schilderij van Francesco Renaldi, 1789
Bedenk welke rol het schilderij van bron 25 gespeeld kan hebben in de toenemende Europese vraag naar Indiase stoffen.
antwoord
Door de mooie afbeelding van de stoffen zal bij Europese toeschouwers de wens om zelf deze stoffen te mogen dragen toenemen. Een schilderij als dit kan dan als een soort reclame dienen

Slide 12 - Diapositive

Leg het verband uit tussen de katoenhandel in Azië en de trans-Atlantische slavenhandel.

Slide 13 - Question ouverte

Verklaar waarom de Engelsen in Noord-Amerika wel vestigingskoloniën begonnen en in India niet.
antwoord
In India bestond een stevig bestuurdersnetwerk. De Britten konden dat niet zomaar opzijschuiven. Ook konden de Britten gebruikmaken van bestaande productiecentra en handelswegen; ze hoefden niet alles vanuit het niets op te bouwen.
hint:

Slide 14 - Diapositive


A
Verdrag van Allahabad
B
machtsoverdracht Duleep Singh
C
Oprichting EIC
D
Oprichting Indian National Congress

Slide 15 - Quiz

antwoord
In 1818 hadden afgevaardigden van de East India Company een stevige bestuurlijke machtspositie in India. In 1765, toen het Verdrag van Allahabad werd gesloten, was dat nog niet zo. Toch is er een indrukwekkende delegatie van Engelsen aanwezig, alsof Groot-Brittannië ook in 1765 al zo’n vooraanstaande positie innam als aan het begin van de negentiende eeuw.
Welke verandering in het Britse bestuur van India had plaatsgevonden tussen de gebeurtenis die op het schilderij is afgebeeld en de periode waarin het schilderij is gemaakt?
Verdrag van Allahabad 1765
De Mogolvorst Shah Alam II ondertekent het Verdrag van Allahabad. Schilderij van Benjamin West uit 1818

Slide 16 - Diapositive

1. Welke voordelen had het Britse handelsmonopolie in India voor de Britse handelaren, Indiase bevolking en de Indiase vorsten?

2. Wat was de Britse handelswijze in India in de zeventiende eeuw, met factorijen en bania’s en waarom pakten de Britten het zo aan?
3. Hoe verliep de ontwikkeling van de positie van Indiase handelsproducten in de wereldeconomie van de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw?
4. Waarom betekende het Verdrag van Allahabad het einde van de invloed van de Mogolvorsten op het bestuur van India?







Leerdoelen
les 1

Slide 17 - Diapositive

Welke vragen heb je nog?

Slide 18 - Question ouverte

huiswerk
bestudeer par 1.2 vanaf 'Britse normen en waarden in India.' t/m 'Einde aan de Mogol-dynastie.'

maak een samenvatting
laat ruimte voor wat je niet begrijpt.

Slide 19 - Diapositive