wohu was verzorgen

• Helpende Zorg en welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

linnengoed

Kleding

Textiel

Linnengoed

Vezels: draden waarvan textiel is gemaakt

• Natuurlijke vezels: materiaal dat in de natuur voor komt (katoen, linnen, wol, zijde leer)
• Synthetische vezels: in fabriek gemaakt van chemische producten (polyamide, polyester, polyacryl): badpakken, thermokleding
• Halfsynthetische vezels: worden op kunstmatige manier gemaakt uit natuurlijke grondstof (hout) (viscose, acetaat)

Wat kun je vinden op het etiket van textiel?

Etiketten

Vaak is kleding gemaakt van vezels die zijn vermengt. 

• Samenstellingsetiket: uit welke vezels is het kledingstuk gemaakt
• Behandelingsetiket: hoe moet je het kledingstuk wassen/behandelen

Wassen

Bleken

Chemisch reinigen

Strijken

Drogen

Kijk in het etiket van een kledingstuk in de klas. 
Schrijf op een blaadje in je eigen woorden wat er eigenlijk staat. 

Waaruit is het samengesteld?

Hoe mag je het wassen?

Kies altijd de laagste temperatuur als je verschillende soorten was door elkaar hebt!

Hoe kun je voorkomen dat vieze was gaat stinken?

Wasgoed dat pluist of afgeeft > apart wassen 

(Of wasgoed afgeeft kun je testen door met nat wit doekje over stof te gaan op onzichtbare plek. Niet was-echt gekleurd textiel kun je beste wassen met azijn)

Spullen verwijderen uit de zakken, riemen verwijderen

Was sorteren

• Sorteer eerst op temperatuur (60 graden, lager)
• Sorteer 60 graden op kleur (wit, gekleurd: lichtbont, donkerbont) 
• Sorteer de lagere temperatuur op wel/niet fijne vezels (panty's, onderjurken, truien, overhemden, sokken, bh's, sjaals etc.)
• kijk naar eventueel een speciaal wasprogramma

Aan de slag

Sorteer de stapels was op je tafel

Schrijf op het formulier op welk textiel je bij welke soort mag wassen

Was verwerken intramurale zorg

- Sorteer de was in de juiste waszak (linnengoed, kleding, besmet wasgoed)

- Schrijf op wat je in de waszak doet (wasadministratie) zodat je zeker weet dat alles terugkomt (je betaalt per item)

- Het merken van kleding/textiel zorgt ervoor dat de was bij de juiste persoon terugkomt

- Trek handschoenen aan als je vieze was gaat verwerken

Aan de slag

Lees in Thieme Meulenhoff, boek Helpende Zorg en Welzijn

Thema 4.9 Wassen: 'inleiding' t/m 'was verwerken in de intramurale zorg'

Maak van bovenstaand thema vraag 1 t/m 4

Welke soorten wasmiddelen ken je?

Wasmiddel doseren

Stap 1: Welke hardheid heeft het water? (bij hard water iets meer wasmiddel gebruiken)
Stap 2: Lees op de verpakking hoeveel wasmiddel er nodig is
Stap 3: Heb je extra vuile was? Gebruik iets meer wasmiddel
Stap 4: Vul de maatschep tot de gewenste hoeveelheid
Stap 5: Doe het wasmiddel in de machine (vloeibaar in een wasbol bij de was, poeder in het bakje, wasbuiltje kan los op de was)

voorwas

Handwas

Toerental aanpassen

60 graden was

Temperatuur aanpassen

De machine inladen

• Niet te vol, anders gaat de was kreuken of wordt niet schoon
• let op maximaal gewicht aan droog wasgoed
• Handbreedte ruimte boven wasgoed (witte en bonte was)
• Maximaal halve trommel bij fijne, synthetische of wolwas

Check regelmatig de zeef van de wasmachine

Wanneer iets met de hand wassen?

thiememeulenhoff.bbvms.com

Vlekken verwijderen

• Verwijder de vlek voordat je het gaat wassen
• inweken in een sopje
• speciaal vlekverwijderaar > hiermee kan je textiel ook beschadigen
• kijk in een vlekkentabel 

Luiers wassen, kleding baby

• draag wegwerphandschoenen 
• Schrap zoveel mogelijk ontlasting eruit boven een toilet
• spoel de luier/kleding goed uit 
• Zet de luier/kleding eventueel weg in een emmer en laat een nacht staat (evt met azijn om verkleuring te voorkomen). Niet langer dat 1 nacht. 
• was op hoge temperatuur

Besmet wasgoed wassen

• vraag goed naar het protocol binnen je instelling
• bescherm jezelf goed met beschermende kleding/handschoenen
• rol het beddengoed voorzichtig in elkaar en doe het in afgesloten waszak
  
• Zelf wassen: eerst voorwas, dan zo heet mogelijk wassen (met wasmiddel met bleekmiddel), daarna zo heet mogelijk strijken

Aan de slag 

Maak in Thieme Meulenhoff, helpende zorg en welzijn

Thema 4.9

opdracht 1 t/m 8