1H - Ch.3 Grammaire + recap

le 17 janvier
Bonjour!

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

le 17 janvier
Bonjour!

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui
- Terugblik
- Herhalingsquiz
- Woordzoeker
- Oefentoets (thuis maken)

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog van hoofdstuk 3?
woordjes, thema's, grammatica

Slide 3 - Carte mentale

Le verbe "être" 
Wat betekent "être" ?

Slide 4 - Diapositive

ik kan het werkwoord
'être' gebruiken
être
zijn

Slide 5 - Diapositive

ÊTRE = ZIJN

Slide 6 - Diapositive

Vul de juiste vorm van être in:
Tu ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste vorm van être in:
Vous ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm van être in:
Nous ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes

Slide 9 - Quiz

Vertaal:
Ik ben
A
je es
B
je suis
C
je est
D
je sont

Slide 10 - Quiz

Vertaal:
Hij is
timer
0:10
A
elle est
B
il es
C
il est
D
elle es

Slide 11 - Quiz

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
Combineer de juiste vorm van être met het goede persoonlijk voornaamwoord
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 12 - Question de remorquage

Even een stiekem vraagje tussendoor....

Slide 13 - Diapositive

Hoe maak je de ontkenning in het Frans ook alweer?
De ontkenning/
la négation

Slide 14 - Carte mentale


Maak de zin ontkennend:
Tu viens

Slide 15 - Question ouverte


Maak de zin ontkennend:
Charles a un chat.

Slide 16 - Question ouverte


Maak ontkennend:
Simon habite à Orléans.
A
Simon ne habites pas à Orléans
B
Simon n' habites pas à Orléans
C
Simon ne habite pas à Orléans
D
Simon n' habite pas à Orléans

Slide 17 - Quiz

Hoe zet je "C'est" in de ontkenning?
A
Ce n'est pas
B
Ce ne est pas
C
C'est ne pas
D
C'n'est pas

Slide 18 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord
Bron H (ch.3)

Slide 19 - Diapositive

Schrijf het rijtje op van de bezittelijk voornaamwoorden in het Frans:

Slide 20 - Question ouverte

Vul het juiste bezittelijk vnw. in:
(mijn) ... copine

Slide 21 - Question ouverte

Vul het juiste bezittelijk vnw. in:
(onze) ... école

Slide 22 - Question ouverte

Vul het juiste bezittelijk vnw. in:
(haar) ... livres

Slide 23 - Question ouverte

Vul het juiste bezittelijk vnw. in:
(jouw) ... amie

Slide 24 - Question ouverte

Vul het juiste bezittelijk vnw. in:
(jullie) ... maison

Slide 25 - Question ouverte

Vul het juiste bezittelijk vnw. in:
(zijn) ... classe

Slide 26 - Question ouverte

Phrases-clés!
Bron C + G

Slide 27 - Diapositive

Traduis:
In welke klas zit jij?

Slide 28 - Question ouverte

Traduis:
Het is half 9.

Slide 29 - Question ouverte

Traduis:
Ik heb een 8 voor (en) Frans.

Slide 30 - Question ouverte

Traduis:
Wie is jouw docent geschiedenis?

Slide 31 - Question ouverte

Bonus!
Algemene kennis :)

Slide 32 - Diapositive

Noem 3 landen in Europa waarin het Frans ook een officiële taal is.

Slide 33 - Question ouverte

Noem 3 landen buiten Europa waarin het Frans ook een officiële taal is.

Slide 34 - Question ouverte

Noem een verschil tussen het Franse en Nederlandse schoolsysteem.

Slide 35 - Question ouverte

les devoirs
Leer alle bronnen van Ch.3
Je maakt nu de oefentoets.

Slide 36 - Diapositive

Leer goed ! Toets Ch.3 23/01/2025

Slide 37 - Diapositive

Evaluatie

Slide 38 - Diapositive

Ik geef deze les een (noem een cijfer), omdat... (noem reden)

Slide 39 - Question ouverte