25 en 27 november - 7 Int - Sint en presentaties

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1,4

Vandaag

• Sinterklaas - introductie 
• Sinterklaas verhaal
• Presentaties - introductie
• Presentaties en schrijven 

Stel je moet iemand - die nog niets weet - vertellen over sinterklaas. Wat zeg je?

https:

alles = everything

kleren - clothes

ziet = sees

pakt = grabs

hoofd = head 

kleedkamer - dressingroom

 zet hem even op = put it on his head for a moment. 

Mooi = pretty/handsom

heb je tijd voor me = do you have some time for me?

natuurlijk = of course!

we gaan = we are going 

Ik ga even kijken, sint. = I’ll have a look

weg = gone 

klaar? =  ready?

Kamer = room 

Ander = another

Keuken = kitchen

Ook niet = not there as well 

Misschien = maybe

Slaapkamer = bedroom 

nergens  = nowhere

Pedro en Pietje Puk zijn pieten in het huis van sinterklaas. 

Pedro is de assistent van Sinterklaas. Hij helpt sinterklaas met alles. Pedro is een grote piet. Hij is serieus. Hij is vijfentwintig jaar oud. 

Pietje Puk is geen grote Piet. Hij is een heel kleine Piet. Het is een Pietje. Hij is 10 jaar oud. 

Op een dag is Pietje Puk heel vervelend. Hij ziet de mijter van sinterklaas. Hij wil de mijter hebben. Hij pakt de mijter en hij zet de mijter even op zijn hoofd. Oh wat ben ik mooi! zegt hij! 

In een andere kamer vraagt Sinterklaas  aan Pedro: Heb je even tijd voor mij? Natuurljk! zegt Pedro. We gaan naar ISA en ik wil mijn mooie kleren hebben. Zijn ze klaar?

 Ik ga even kijken sint, zegt Pedro. Hij gaat naar de kleedkamer om de kleren van Sinterklaas te pakken. 

Maar dan is er een probleem: de mijter is weg! Oh nee! Wat een probleem! Hij is niet in de slaapkamer en niet in de keuken. De mijter is nergens!

Wat is correct?

1. Pedro is een grote Piet en Pietje Puk is klein.
2. Pedro is vervelend. Piet is serieus.
3. Pedro is klein, Pietje Puk is groot.
4. Pedro houdt van stofzuigers.

Wat wil Pietje Puk hebben?

1. De staf van sinterklaas
2. De cadeautjes
3. Het boek van sinterklaas
4. De mijter van sinterklaas

Wat is het beroep* van Pedro (*profession)

1. schoonmaker
2. assistent van Sinterklaas
3. verkoper
4. bisschop

Waar zijn de kleren van sint?

1. in de keuken
2. in de slaapkamer
3. in de kleedkamer
4. In het bed van sint

Hij/zij vertelt over zijn/haar leven in ...

Hij/zij woont in een leuke buurt. 

Er zijn veel leuke dingen te doen. 

Hij/zij houdt van ... 

Het is gezellig

Het huis

Zij heeft gewoond

Haar favoriete huis

zij gaat naar / zij ging naar

Het oude huis 

jij kunt

er is

in Haarlem

Stel elkaar deze vragen:

Waar woon jij?

Hoe is jouw buurt?

Waar heb je vroeger gewoond?

Waarom is het leuk in jouw buurt?