3V H1.5 les 8 rekenen aan mengsels

H1 les 8 Rekenen aan mengsels
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1 les 8 Rekenen aan mengsels

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen deze les:
  • Je kunt rekenen met massa% en volume%
  • Je kunt rekenen met promillage
  • Je kunt een concentratie berekenen (g/L)
  • Je weet het verschil tussen een verzadigde en onverzadigde oplossing

Slide 2 - Diapositive

Je doet 5 gram zout in 100 gram water. Wat is het massa% zout in water?

A
5%
B
minder dan 5%
C
meer dan 5%

Slide 3 - Quiz

ZO DOE JE DAT (noteer&leer)

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel gram cacao bevat deze reep van 120 g extra pure chocolade (78% cacao)?

Slide 5 - Question ouverte

volumepercentage
Hoeveel mL alcohol zit er in elk glas?       (Zo doe je dat, blz 26)
TIP: 1 cL = 10 mL

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

promillage = deel / geheel x 1000

Slide 8 - Diapositive

concentratie
    massa opgeloste stof (g)
=  ---------------------------
volume oplossing (L)

Wat is de concentratie suiker in dit flesje cola?

Slide 9 - Diapositive

concentratie
       27 g
=  -------  =  108 g / L
     0,25 L

Hoeveel gram suiker zit er dan in een blikje van 330 mL?

Slide 10 - Diapositive

0,33 L x 108 g / L = 36 g
(let op de eenheden!!)
In 330 mL zit ongeveer 36 gram suiker

Slide 11 - Diapositive

uitleg verzadigde oplossing
In de volgende twee fimpjes legt Sieger Kooij eerst uit wat een oplossing is en daarna wat (on)verzadigd betekent. 
Je leert dat de temperatuur bij het oplossen van vaste stoffen een andere invloed heeft dan bij het oplossen van gassen.

Slide 12 - Diapositive

0

Slide 13 - Vidéo

0

Slide 14 - Vidéo

Geef aan wat het verschil is tussen een onverzadigde oplossing en een verzadigde oplossing.
A
Bij een verzadigde oplossing kun je nog stof oplossen
B
Bij een onverzadigde oplossing kun je geen stof meer oplossen
C
Bij een verzadigde oplossing kun je geen stof meer oplossen
D
Bij een onverzadigde oplossing zie je nog vaste stof op de bodem

Slide 15 - Quiz

Als je aan een verzadigde suiker oplossing een schep suiker toevoegt zal dit...
A
oplossen
B
verdwijnen
C
als vaste stof zichtbaar blijven

Slide 16 - Quiz

Een verzadigde oplossing van zout wordt verwarmd. Kan deze oplossing onverzadigd worden?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

uitleg
Als de temperatuur STIJGT kan er MEER van een vaste stof oplossen in het water
Een schepje zout in koud water blijft op de bodem liggen, maar als je het verwarmt, lost dit zout wel op

Slide 18 - Diapositive

Vissen halen met hun kiewen opgelost zuurstofgas uit het water. Leg uit dat in ondiepe meertjes tijdens een hittegolf vissterfte kan optreden.

Slide 19 - Question ouverte

Eigen werk
Maken
40 (als dat niet lukt, maak dan eerst 38a en 39)
42 
44
45
47                     Vergeet niet je eigen werk na te kijken en te 
50                     verbeteren. Fouten maken is heel leerzaam!!

Slide 20 - Diapositive