Intra musculair injecteren

Intra musculair injecteren 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Intra musculair injecteren 

Slide 1 - Diapositive

Bij intramusculair injecteren, dan injecteer je in .......
A
De spier
B
De huid
C
Een ader
D
Het onderhuidsbindweefsel.

Slide 2 - Quiz

De toedieningsvorm voor een coronavaccinatie is:
A
Intracutaan
B
Intraveneus
C
Subcutaan
D
Intramusculair

Slide 3 - Quiz

Voor een intramusculaire injectie gebruik je een:
A
Blauwe naald
B
Oranje naald
C
Groene naald
D
Roze naald

Slide 4 - Quiz

Injecteren is een:
A
Risicovolle handeling;
B
Voorbehouden handeling;
C
Vaardigheid;
D
Geen van deze drie ;

Slide 5 - Quiz

Geschikte i.m injectieplaatsen zijn;
A
De bil
B
De buik
C
Bovenbeen
D
Bovenarm

Slide 6 - Quiz

Aspireren is noodzakelijk bij injecteren in de :
A
Bovenbeen
B
Arm
C
Buik
D
Bil

Slide 7 - Quiz


Na het inspuiten van de vloeistof
Laat je de naald gedurende .......seconden in de spier.
A
5
B
15
C
10
D
20

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Diapositive

Oefenen in tweetallen 
Observatielijst Vilans 

Slide 11 - Diapositive