Le verbe 'vouloir'

Bonjour les 1v


Silence, s’il vous plaît..


Leerdoelen:
Ik kan het werkwoord "Vouloir"(willen) vervoegen in de présent in het Frans ✓

Ik kan schrijven over enkele kleren (PO Mode en kleren)✓


1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bonjour les 1v


Silence, s’il vous plaît..


Leerdoelen:
Ik kan het werkwoord "Vouloir"(willen) vervoegen in de présent in het Frans ✓

Ik kan schrijven over enkele kleren (PO Mode en kleren)✓


Slide 1 - Diapositive

Le programme pour aujourd'hui
Het werkwoord "Vouloir"+ PO"La mode"
De les van vandaag: 
Oefenen met de woorden over kledingstukken: Quizlet (max. 2 keer)

Waarom: Leer je het werkwoord "Vouloir"(willen) en kan je alles bestellen in Frankrijk! Handig voor je vakantie!
Hoe: Uitleg in lessonUp/ Boek B pagina 19/ Je schrift/ document 'PO Mode periode 3"op classroom.
-Zelfstandig of in duo// fluisteren// vragen? Steek je vinger op!
Leerdoelen: Ik kan het werkwoord "Vouloir"toepassen/ Ik kan schrijven over enkele kleren 
Keuze/klaar: Kies je route en je uitdaging!
Makkie: Maak 1 opdracht over "Vouloir"/ werk je aan je PO "Mode"
Challenge: Maak 2 opdrachten over "Vouloir"/ werk je aan je PO "Mode"
Klaar? Eind van de les: Feedback formulier invullen + werken aan "Les devoirs pour vendredi 16 février"




Slide 2 - Diapositive

Petit test
Wat is correct?
A
Je ai pas une t-shirt
B
Je n'ai pas un t-shirt
C
Je suis pas un t-shirt
D
?

Slide 3 - Quiz

Le verbe "Aller"
Wat is correct?
A
Je vas
B
Je vaitsdbfkebhf
C
Je vais
D
Je allons

Slide 4 - Quiz

Le verbe "Aller"(gaan)
Schrijf het rijtje van "Aller"

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf kledingstukken in het Frans

Slide 6 - Question ouverte

Le verbe 'vouloir'
vouloir = willen
Je veux essayer la robe.
Tu veux savoir où est le cadeau?
Il/elle/on veut changer la couleur.
Nous voulons faire du shopping.
Vous voulez faire du foot?
Ils/elles veulent aller à la plage.

Slide 7 - Diapositive

Le verbe 'vouloir'
Let op! Als je iets bestelt in een restaurant of iets vraagt in een winkel, gebruiken de Franse de beleefdheidsvorm 'je voudrais'.

Je voudrais un croissant, s'il vous plaît.
Je voudrais acheter un jean.

Slide 8 - Diapositive

Ik wil=
A
Je veux
B
elle veux
C
Tu veux
D
Je veut

Slide 9 - Quiz

Wij willen=
A
Ils veulent
B
Tu veux
C
Nous voulons
D
Vous voulez

Slide 10 - Quiz

Ik wil graag=
A
Je voudrais
B
Je voudrait
C
Je mange un chat
D
Tu voudrais

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive