Ontdek de wereld van tekstdoelen en tekstsoorten

Ontdek de wereld van tekstdoelen en tekstsoorten

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je verschillende tekstdoelen herkennen en benoemen, en begrijp je de relatie tussen tekstdoelen en tekstsoorten.

Wat weet je al over tekstdoelen en tekstsoorten?

Slide 1: Wat zijn tekstdoelen?

Tekstdoelen zijn de redenen waarom een auteur een tekst schrijft. Het kan informeren, overtuigen, vermaken of instrueren zijn.

Slide 2: Voorbeeldtekst 1

Tekst: '10 redenen waarom sporten goed voor je is'.

Slide 3: Antwoord voorbeeldtekst 1

Het tekstdoel van deze tekst is om te overtuigen. Het wil mensen laten zien waarom sporten goed voor hen is.

Slide 4: Voorbeeldtekst 2

Tekst: 'Hoe maak je een pizza? Een stap-voor-stap gids'.

Slide 5: Antwoord voorbeeldtekst 2

Het tekstdoel van deze tekst is om te instrueren. Het geeft stapsgewijze instructies over hoe je een pizza kunt maken.

Slide 6: Voorbeeldtekst 3

Tekst: 'De geschiedenis van de Eiffeltoren'.

Slide 7: Antwoord voorbeeldtekst 3

Het tekstdoel van deze tekst is om te informeren. Het geeft informatie over de geschiedenis van de Eiffeltoren.

Slide 8: Voorbeeldtekst 4

Tekst: 'De nieuwe iPhone: een review'.

Slide 9: Antwoord voorbeeldtekst 4

Het tekstdoel van deze tekst is om te informeren en overtuigen. Het geeft informatie over de nieuwe iPhone en probeert de lezer te overtuigen om er een te kopen.

Slide 10: Voorbeeldtekst 5

Tekst: 'Een grappig verhaal over een pratende hond'.

Slide 11: Antwoord voorbeeldtekst 5

Het tekstdoel van deze tekst is om te vermaken. Het is bedoeld om de lezer aan het lachen te maken met een grappig verhaal.

Slide 12: Relatie tussen tekstdoelen en tekstsoorten

Elk tekstdoel heeft vaak een bijbehorende tekstsoort. Bijvoorbeeld, een instructietekst heeft meestal het tekstdoel om te instrueren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.