Plein M | Hoofdstuk 1 samengevat

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welkom pak je spullen erbij

Laat je iPad en boek nog even gesloten voor je liggen

Plein M | Hoofdstuk 1 samengevat

Industrie wereldwijd:

1. Hoe ontstond de industrie?
2. Westerse wereldrijken
3. Waar komen grondstoffen vandaan?
4. Aan het werk? 

Tijdbalk

1.1 Hoe ontstond de industrie?

• Thuis werken (winter)
• Bedrijfjes
• Moderne tijd
• Stoommachines
• Nederland blijft achter
• Werkgever, werknemer
• Industriële revolutie

Testvraag 1.1

Waarom trokken arbeiders van het platteland naar de fabrieken in de stad?

1.2 Westerse wereldrijken

• Afzetmarkten
• Europeanisering
• Imperialisme
• Natie, nationalisme
• Abolitionisme

Testvraag 1.2

Wat is imperialisme en waarom gebeurde dit?

1.3 Waar komen de grondstoffen vandaan?

• Ontstaan aarde
• Geologische tijdschaal (bron 17)
• Fossiel
• Delfstof
• Ontstaan steenkool, aardolie en aardgas

Testvraag 1.3

Een energiebron of grondstof in de bodem die nuttig is voor de mens, noemen we een ........

1.4 Aan het werk

• Primaire sector (landbouw)
•  IJzer is een metaal
• Steenkool is een brandstof
• Dagbouw, schachtbouw
• Secundaire sector (fabriekswerk)
• Vestigingsplaatsfactoren
• Tertiaire sector (diensten)

Testvraag 1.4

Waarom werkt de meerderheid van Nederland in de tertiaire sector (dienstverlening)?

Veel mensen in de 19e eeuw verdienden wat geld door thuis te weven en te spinnen. Waarom hadden deze mensen geen stoommachine voor dat thuiswerk?

Hoe wordt de Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika ook wel genoemd?

1. Europeanisering
2. Kolonialisme
3. Imperialisme
4. Veroveringszucht

Colin Campbell is geoloog. Waarom is het logisch dat een geoloog veel weet over de voorraden aardolie in de bodem?

1. Een geoloog heeft een oliebedrijf
2. Een geoloog is erg technisch
3. Een geoloog heeft aardrijkskunde gestudeerd
4. Een geoloog weet veel over de aardkorst

Veel kleding is gemaakt in landen waar mensen een heel laag loon krijgen. Ook werken er vaak kinderen mee in kledingfabrieken in die landen.
Vergelijk de kledingindustrie in de 19e eeuw en nu.
Leg uit waarom er veel hetzelfde is gebleven in de kledingindustrie.

Wat betekent arbeidsintensief?

1. De mensen moeten hard werken op het land.
2. Er zijn niet veel arbeidskrachten nodig.
3. Er zijn veel arbeidskrachten nodig.
4. Er zijn veel machines voor de arbeiders nodig

Veel fabrieken werden tijdens de industriële revolutie aan een kanaal gebouwd. Waarom was een kanaal zo belangrijk voorveel fabrieken?

Een ondernemer is iemand die mensen in loondienst heeft

1. Juist
2. Onjuist

Wat is Nationalisme?

Delfstoffen winnen in ondergrondse mijnen