Formatieve toets Geld over en tekort

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Formatieve toets

Geld over en tekort

§1 Bronnen van inkomen

Wat is geen inkomen uit bezit?

1. pacht
2. winst
3. loon
4. rente

Inkomen uit arbeid

Inkomen uit bezit

Overdrachtsinkomen

Er kunnen verschillen ontstaan in loon. Welke heeft daarin geen invloed?

1. ervaring
2. uiterlijk
3. opleiding
4. functie

Gebruik de tabel. Martin is ingedeeld in loonschaal 8 en staat op trede 5.

Hoeveel verdient hij per maand?

1. € 2374
2. € 2684
3. € 2134
4. € 2374

Gebruik de tabel. Martin is ingedeeld in loonschaal 8 en staat op trede 5. Hij heeft een volledige baan. Hij krijgt 8% vakantiegeld over zijn jaarsalaris.

Bereken hoeveel vakantiegeld Martin krijgt.

1. €170,72
2. €214,72
3. €2048,64
4. €2576,64

Juist

Onjuist

€2,50 per week is per maand €10,83

€12,50 per maand is per week €2,88

€1,36 per dag is per maand €41,48

€13,56 per maand is per week €3,39

Wat is modaal inkomen?

1. Dit is het meest voorkomende inkomen
2. Dit is het gemiddelde inkomen
3. Dit is het laagste inkomen
4. Dit is het hoogste inkomen

nationaal inkomen:

1. het inkomen van de koning
2. de som van alle inkomens in de wereld
3. de som van alle inkomens
4. de som van alle inkomens in een land

Wat geeft de lorenzcurve aan...

1. De inkomensongelijkheid van een land
2. De koopkracht van een land
3. De alfabetiseringsgraad van een land
4. De ontwikkelingsgraad van een land

Wat geeft de lorenzcurve aan?

1. De armste 30 % van de mensen verdient 30 % van het inkomen
2. De armste 30 % van de mensen verdient 3 % van het inkomen
3. De rijkste 70 % van de mensen verdient 40 % van het inkomen
4. De rijkste 30 % van de mensen verdient 60 % van het inkomen

Bij de diagonaal van de Lorenzcurve

1. zijn de inkomensverschillen groot
2. is het inkomen eerlijk verdeeld
3. zijn de inkomensverschillen klein
4. verdient iedereen evenveel

§2 Inkomens zonder tegenprestatie

Inkomen uit arbeid

Inkomen uit bezit

Overdrachtsinkomen

Sleep de juiste omschrijvingen naar de juiste vorm van inkomens

Zonder tegenprestatie. Zoals zakgeld of kinderbijslag

Beloning voor werk. Zoals loon of winst.

Geld uit bezittingen. Zoals verhuur van een huis of rente op een spaarrekening.

Inkomen met tegenprestatie

Inkomen zonder tegenprestatie

Lia en Stijn hebben een dochtertje van 1 jaar.
Hoeveel krijgen zij aan kinderbijslag per maand?

§3 Budgetteren

Wat is budgetteren?

1. een begroting maken van je inkomsten en uitgaven
2. een plan maken
3. geld sparen
4. geld uitgeven

Na het sluiten van een lening moet je budgetteren, wat gaat er veranderen?

§4 Reserveren

Johan reserveert geld voor een nieuwe auto. Hij wil die over 2 jaar aanschaffen. Een auto kost nu € 12.000. De prijs van auto's stijgt elk jaar met 1,5%. Hoeveel kost de auto over twee jaar?

1. € 180
2. € 12000
3. € 12180
4. 13000

Job wil € 240,00 reserveren voor een nieuwe smartphone. Hij verwacht deze over twee jaar te kopen. Hoeveel moet hij per maand reserveren? Rond je antwoord af op twee decimalen.

§5 Geld te kort

Een begrotingstekort kun je op verschillende manieren oplossen.
Welke van de onderstaande antwoorden is onjuist

1. meer inkomen
2. geld lenen
3. minder uitgeven
4. meer uitgeven

Het Nibud onderscheidt drie competenties voor het verantwoord omgaan met geld

Maandelijks administratie bijwerken

sparen

Geen betalingsproblemen

financien in kaart brengen

Verantwoord besteden

Vooruit kijken

§6 kosten van vervoer

Wat zijn geen vaste autokosten?

1. onderhoudskosten
2. verzekeringskosten
3. waardevermindering
4. motorrijtuigenbelasting

Hoe bereken je de kilometerprijs?

1. kilometerprijs = variabele kosten: aantal kilometers
2. kilometerprijs = vaste kosten + variabele kosten : aantal kilometers
3. kilometerprijs = vaste kosten : aantal kilometers

Waarom is motorrijtuigenbelasting een houderschapsbelasting?

1. Je betaalt wanneer je rijdt
2. Je betaalt geen belasting voor een auto
3. Je betaalt altijd, ook als je niet rijdt
4. Dit is de verzekering